Samenvatting: Biogenie 4.1 - Leerboek Biologie Voor Het Vierde Leerjaar | 9789045543680 | Luc D'Haeninck, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van BIOgenie 4.1 - leerboek Biologie voor het vierde leerjaar | 9789045543680 | Luc D'Haeninck; Peter Cauwenberghs; Kristof Van Werde

• 3 Classificeren van planten

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• 3.1 Basiskenmerken van planten

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Aan welke 6 basiskenmerken moet een organisme voldoen om tot het rijk van de planten te behoren?

  • het organisme is meercellig
  • de cellen zijn eukaryoot
  • de cellen zijn omgeven door een celwand met cellulose
  • de cellen bezitten meestal een grote centrale vacuole
  • in sommige cellen zijn er bladgroenkorrels (fotosynthese)
  • het organisme leeft autotroof

• Geef de 4 delen van een bloemplant en hun functies.

  • wortel (opnemen van water en mineralen)
    
  • stengel (transport van water, mineralen en producten van de fotosynthese)
  • bladeren (fotosynthese)
  • vrucht, zaad, bloem (geslachtelijke voortplanting)

• 3.1.1 juist of fout

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Vleesetende planten behoren niet tot plantenrijk

  Fout, bladgroenkorrels--> planten

• Planten zijn autotrofe organismen

  Juist

• Alle planten zijn meercellige organismen

  Juist

• 3.2 Vergelijkend onderzoek van plantengroepen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Aan welke 4 classificatiecriteria moeten de 11 plantensoorten voldoen om ze in bepaalde groepen te plaatsen?

  • Zijn er vaatbundels aanwezig?
    
  • Zijn er bij de vaatplanten sporen of zaden aanwezig?
  • Liggen de zaden naakt in een kegel of opgesloten in een vrucht?
  • Uit hoeveel zaadlobben bestaat het zaad?

• Van welke 11 plantensoorten vertrekken we waarop we een vergelijkend onderzoek uitvoeren om een idee te vormen op welke manier planten kunnen worden geclassificeerd?

  • haarmos
  • parapluutjesmos

  • kruipertje
  • stinkende gouwe
  • paarse dovenetel
  • witte dovenetel
  • grote zandkool
  • hondsdraf
  • gewoon herderstasje
  • fijnspar
  • mannetjesvaren

• 3.2.1.1 Bouw van een vaatbundel

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Leg uit wat een vaatbundel is en geef zijn functie. Hoe heten de de 2 buisvormige cellen die voorkomen in de vaatbundel en wat is hun functie? Wat bevindt zich tussen die twee buisvormige cellen?

  Een vaatbundel is een transportweefsel in de wortel, stengel en bladnerven die zorgt voor het transport van allerlei stoffen.
  Houtvaten: transport van water en mineralen (mineraal sap)
  Zeefvaten:  transport organisch sap waarin fotosyntheseproducten zoals suiker voorkomen.
  Tussen deze 2 bevindt zich een zone met deelweefsel dat houtvaten en zeefvaten vormt.  

• 3.2.1.2 Vaatloze planten en vaatplanten

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat ontbreekt aan het plantenlichaam van levermossen en bladmossen, de 2 belangrijkste groepen van mossen?

  Levermossen: Er ontbreken wortels, stengels en bladeren (thallus)
  
  Bladmossen: Er ontbreken echte wortels, in plaats daarvan beschikken ze over draadvormige uitgroeisels die alleen zorgen voor vasthechting, we noemen ze rizoïden.

• 3.2.2.1 Sporenvorming

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Voordeel meer sporen per plant (verspreidingsstrategie)

  Meer sporen ---> meer kans op belanden vruchtbare grond