Startpagina / Samenvattingen / BIOgenie 5.2 - leerboek Biologie voor de derde graad / organismen-energie-autotrofe

Stof- en energieomzettingen bij autotrofe organismen

5 belangrijke vragen over Stof- en energieomzettingen bij autotrofe organismen

Over welke 2 dingen moeten organismen beschikken om te groeien en in leven te blijven?

- moleculen, zoals water en mineralen
- C-verbindingen (voor energie)

Wat zijn de belangrijkste verschillen op vlak van energiewinning en voeding tussen autotrofe organismen enerzijds en heterotrofe organismen anderzijds?

- autotrofe organismen maken gebruik van lichtenergie
   (behalve de chemo-autotrofe bacteriën die energie halen uit
     chemische reacties: oxidatie van anorganische stoffen)
- heterotrofe organismen halen hun energie uit afbraakreacties:
   het afbreken van complexe organische verbindingen,
   afkomstig van andere organismen
   (uitzondering: fotoheterotrofe bacteriën die lichtenergie
     gebruiken)
- autotrofe organismen gebruiken anorganische koolstof (CO₂   als voedselbron, aangevuld met mineralen
- heterotrofe organismen gebruiken organische koolstof
   (afkomstig van andere organismen) als voedselbron

Wat is er nodig om van ATP een fosfaatgroep af te splitsen?
Wat ontstaat er daarbij?

Water
ADP (adenosinedifosfaat) + vrije fosfaatgroep = energie komt vrij

Waarom zeggen we dat ATP een energiedrager is?

Omdat ATP wordt opgebouwd in reacties die energie vrij zetten en wordt afgebouwd in reacties die energie vereisen
exo-energetisch = energie komt vrij
                                = energie voor anabolisme
endo-energetisch = energie wordt opgenomen
                                   = energie van katabolisme

anabolisme = opbouwstofwisseling = door synthese van
                       moleculen celmateriaal vormen
katabolisme = afbraakstofwisseling = afbreken van
                           grotere moleculen waardoor energie
                           vrij komt

Welke structuren in de plant staan in voor de fotosynthese?

- organen: in de meeste gevallen enkel/vooral de bladeren, maar
ook in de stengels en zelfs in de wortels kan fotosyn-
these plaatsgrijpen
- weefsels: meestal alleen parenchymatische weefsels
- in plantencellen gebeurt de fotosynthese in de chloroplasten

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

BIOgenie 5.2 - leerboek Biologie voor de derde graad | 9789045548647 | Luc D'Haeninck, et al

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Stof- en energieomzettingen bij autotrofe organismen