Samenvatting: Biogenie 6.2 | 9789464172263 | Luc D'Haeninck, et al

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biogenie 6.2 | 9789464172263 | Luc D'Haeninck, Leen Dekeersmaeker, Kris Geris, Rudi Goossens, Bart Hempen, Wim Schepers, Patrick Vernemmen

  • 1 Chromosomale mechanismen van overerving

  • 1.1.1 Kruisingen met erwtenplanten

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Om te onderzoeken hoe erfelijke kenmerken worden doorgegeven, kunnen we kruisingen uitvoeren. Wanneer spreken we van een kruising?

    Als 2 organismen die in 1 of meer kenmerken van elkaar verschillen, zich onderling geslachtelijk voortplanten.
  • Door wie werden de eerste wetmatigheden in de overerving van kenmerken bij organismen ontdekt?

    Door de monnik Gregor Mendel (1822-1884)
  • Welke proeven voerde Mendel uit?

    Hij voerde gedurende 7 jaar kruisingsproeven uit met verschillende erwtenrassen van de soort Pisum savitum.
  • In wat resulteerden zijn proeven?

    In de overervingswetten. Die wetten vormden de hoekstenen van de mendeliaanse overerving.
  • Welke kenmerken van erwtenplanten kwamen van pas bij zijn erfelijkheidsonderzoek?

    - Hun kenmerken zijn gemakkelijk waar te nemen
    - Ze produceren een groot nageslacht
    - Door de manier waarop de bloemen gebouwd zijn (vlinderbloemenfamilie), doen ze van nature meestal aan zelfbestuiving, d.w.z. Dat het stuifmeel terechtkomt op de stempel van dezelfde bloem.
    - Ze zijn ook experimenteel te kruisen; daarbij moet men vroegtijdig de meeldraden wegknippen om zelfbestuiving te verhinderen. Het gewenste stuifmeel van een andere bloem wordt dan met een penseel op de stempel gebracht . Zo'n vorm van bestuiving noemen we kruisbestuiving.
  • Als uitgangsmateriaal voor zijn kruisingsexperimenten werkte Mendel met zaadvaste erwtenplanten. Wat zijn dit?

    Dat zijn planten die door zelfbestuiving nakomelingen geven met precies dezelfde kenmerken als de ouderplanten. 
  • Wat zijn de wetten van Mendel?

    - De uniformiteitswet
    - De dominantiewet
    - De splitsingswet 
    - De onafhankelijkheidswet
  • 1.1.2.1 Monohybride kruisingen met dominante overerving

  • Welke symbolen worden er gebruikt bij monohybride kruisingen?

    - P = ouderlijke of parentale generatie
    - F1 = nakomelingen van de eerste generatie
    - F2 = nakomelingen van de tweede generatie
    - Dominant kenmerk = overheersende kenmerk
    - Recessief kenmerk = kenmerk dat overheerst wordt
  • Wat zijn de mogelijke kenmerken bij monohybride kruisingen?

    - Kleur zaadlob, zaadvorm, kleur bloem, peulvorm, peulkleur, inplantingsplaats bloem, lengte stengellid
    - Verhoudingen in F2 = 3:1 dominant : recessief kenmerk
  • 1.1.2.2 Interpretatie van de resultaten: splitsingswet (segregatiewet)

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Van welke hypothese vertrok Mendel voor de splitsingswet?

    Dat elk kenmerk door 2 erffactoren wordt bepaald. Die erffactoren zijn afkomstig van 2 verschillende ouders of in het geval van zelfbestuiving dezelfde ouder.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart