Visual perception - How are visual ambiguities resolved?

5 belangrijke vragen over Visual perception - How are visual ambiguities resolved?

Wat betekent het dat waarneming op onbewuste inferentie berust?

Je maakt onbewust al bepaalde aannames over eigenschappen van bepaalde objecten (door naar de omgeving te kijken), waardoor je niet bewust hoeft na te denken of je naar een hele kleine auto zit te kijken of een grote auto heel ver weg.

Welke 2 oplossingen zijn er voor de onbepaaldheid van vorm en oriëntatie?

  • Waarschijnlijkheidsprincipe (likelihood principle) van Helmholtz: Beelden worden georganiseerd in de vorm van de meest simpele en waarschijnlijke structuur. Bv. ‘vierkant’ en niet: ‘de onderkant van een piramide’.
  • Referentiekader van het object: omgeving van het object of het perspectief vanuit waar je kijkt. Bv. een vierkant met horizontale en verticale lijnen vs. een vierkant met diagonale lijnen > diamond

Op welke 4 manieren wordt de onbepaaldheid van helderheid opgelost?

  • Er vanuit gaan dat oppervlaktes gelijkmatig gekleurd zijn.
  • Er vanuit gaan dat graduele verandering in helderheid komt door schaduw.
  • Er vanuit gaan dat licht van boven komt (zie afbeelding).
  • Er wordt gebruik gemaakt van contrast met omringende kleuren om kleur te bepalen (schaakbord illusie).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de 2 soorten diepte cues bij de perceptie van grootte en afstand en wat zijn daarbij de 3 binoculaire diepte cues en de 6 monoculaire dieptecues?

Diepte cues in het visuele systeem: binoculaire cues
  • Accommodatie: oogspieren passen zich aan < 1m
  • Convergentie: hoe dichterbij een object is, hoe meer de ogen naar elkaar toe gaan < 4m
  • Stereopsis: diepteperceptie door klein verschil in waarneming tussen beide ogen = retinale ongelijkheid. < 5m


Diepte cues in omgeving: bekende grootte (bv. auto) & monoculaire cues (ook wel pictorial cues)
  • Overlapping (occlusie): iets dichtbij staat voor iets ver weg.
  • Textuur gradiënt: hoe verder weg hoe minder textuur
  • Lineair perspectief: verdwijnpunt
  • Relatieve hoogte: hoe verder weg, hoe hoger geplaatst
  • Atmosferisch perspectief
  • Bewegingsparallax (ecologische benadering)

Wat is het verschil tussen bottom-up en top-down verwerking van (visuele) informatie?

Bottom-up: 'data-driven', beginnend bij feature detectors naar steeds grotere, complexere detectoren. Bv: deel van een letter > letter > woord, of: features > geonen (geometrische ionen) > voorwerp

Top-down: 'knowledge-driven', voorspelling over wat het zou kunnen zijn. Je brein interpreteert de info op een bepaalde manier aan de hand van de context

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo