Nerve Cells and Nerve Impulses - zenuwimpulsen

16 belangrijke vragen over Nerve Cells and Nerve Impulses - zenuwimpulsen

Wat zijn lokale neuronen?

Kleine neuronen zonder axon, of met maar een heel kleine axon. 

Wat is het alles of niets principe en wat betekent absoluut refractaire periode?

Voor alle stimuli die groter zijn dan de drempel geldt dat de amplitude (uitslag) en de snelheid van het actiepotentiaal afhankelijk zijn van de stimulus. Het actiepotentiaal komt dus enkel tot stand wanneer de prikkel sterk genoeg is om deze volledig tot stand te laten komen, anders gebeurd er niets, daarna is er een ongevoeligheid voor de prikkel, dit heet absoluut refractaire periode. Werkt net als een toilet.

Hoe behoud het actiepotentiaal onderweg zijn omvang?

Het actiepotentiaal wordt onderweg langs het axon en het membraan steeds opnieuw gevoed door sodiumionen, waardoor het steeds zijn omvang behoudt. Hieruit volgt het logische principe dat depolarisatie van het membraan (dus zeg maar het aan het werk gaan) voltage gated sodium-en kaliumkanalen opent en het moment van het hoogtepunt de sodiumkanalen sluit.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is een ion en wat wordt bedoelt met dat het membraan selectief doorlaatbaar is?

Een ion is een geladen deeltje.

De meeste grote of elektrisch geladen ionen en moleculen NOOIT het membraan kunnen indringen, maar bv wel ALTIJD zuurstof en kooldioxide.


Sodium en potassium kunnen SOMS worden doorgelaten.
In rust zijn de sodiumkanalen dicht en de potassiumkanalen bijna dicht, met als gevolg een langzame doorlating van potassium. Nu kent het systeem een sodium-potassiumpomp (proteïnen en geen echte pomp)

Wat is de natrium-kaliumpomp of de sodium-potassiumpomp?

Herhaaldelijk worden er door de pomp drie sodium ionen uitgelaten en twee Potassiumionen er in gelaten. De natrium-kaliumpomp zorgt ervoor dat de natriumconcentratie in de cel lager is dan er buiten, en de kaliumconcentratie juist hoger.

VRG 7 Wanneer het membraan in ruste is, zijn de natrium ionen in de cel meer of minder geconcentreerd? En kalium ionen?

Natriumionen zijn meer geconcentreerd buiten de cel dan daarbinnen. (ze willen graag naar binnen met zn allen) Bij kalium is het net andersom, die willen naar buiten.

Wanneer het membraan in ruste is, wat zorgt ervoor dat kaliumionen de cel uitgedreven worden en wat om ze erin te drijven?

De concentration gradiënt zorgt voor de uitvoer en het elektrisch gradiënt zorgt voor aantrekking (invoer) van kaliumionen.

VRG 9 Wat is hyperpolarisation en depolarization en wat is het verschil?

Een hyperpolarisatie is een overdreven extra negatieve lading aan een cel en een depolarisatie is een daling van de aanwezige negatieve lading in de cel.

VRG 10: Wat is de relatie tussen een drempel ( treshhold) en een actiepotentiaal?

Een depolarisatie die de drempel passert produceert een actiepotentiaal. Een poging tot depolarisatie die tekort schiet en dus onder de drempel blijft doet niets.

VRG 11 Wat doen de natrium ionen tijdens het in werking treden van het actiepotentiaal? In de cel of eruit, waarom?

Ze gaan erin! De poorten die afhankelijk zijn van stroom staan open zodat natrium vrij kan stromen. Natrium wordt naar binnen gezogen zowel door een elektrische gradiënt als door een concentration gradiënt.

VRG 12: Als het membraan de top van het actiepotentiaal bereikt, welke ionische beweging maakt dat het potentiaal weer terug gaat naar het rustpotentiaal?

Nadat de top is bereikt verlaten de kaliumionen de cel en dat maakt dat de cel weer tot rust komt. Let op het antwoord is niet de natrium-kalium pomp want deze is te langzaam.

VRG 13: Beschrijf het alles of niets principe

De maat en snelheid van het actiepotentiaal is niet afhankelijk van de intensiteit van de stimulus. Dwz, elke depolarisatie onder de drempel geeft een actiepotentiaal van dezelfde intensiteit en snelheid (voor een bepaalde axon).

VRG 14: Geldt het alles of niets principe voor dendrieten en waarom (niet)?

Nee, want ze hebben geen actiepotentialen.

VRG 15: Stel je voor: onderzoek wijst uit dat A 1000 actiepotentialen per seconde ontwikkelt en axon B komt nooit boven de 100. Wat kunnen we dan concluderen ten aanzien van de refractaire periode van deze twee?

Axon A moet wel een kortere absolute refractory period hebben en axon B een langere absolute refractory period.

VRG 16: Stel je hebt een axon met meyelineschede en de knopen van Ranvier lagen dichter bij elkaar of verder van elkaar af, wat zou het effect zijn op het actiepotentiaal?

Hoe dichter ze bij elkaar liggen des te langzamer zou het actiepotentiaal gaan. En als de afstand groter is, dan zou de stroom misschien niet eens in staat zijn om afstand te overbruggen. Het gevolg is dan dat het actiepotentiaal boven de drempel blijft hangen en het mogelijk zelfs stopt.

Wat zijn lokale neuronen en wat produceert deze dan?

Lokale neuronen wisselen informatie met hun naaste buren.Ze produceren zelf graduele potentialen, membraanpotentialen die in grote variëren zinder het alles of niets principe..

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo