Samenvatting: Biologie 4 Vwo

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 37 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologie 4 VWO

  • 1 inleiding in de biologie

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke weefsels heeft een mens, en wat zijn de functies daarvan?


    • zenuwstelsel (geeft informatie door),
    • spierweefsel (cellen die kunnen samentrekken),
    • bindweefsel ( geeft vorm en steun aan weefsel)
    • dekweefsels (oppervlaktes organen),

  • Wat zijn de funties van delen van plantaardige celllen?

    • Grondplasma
    • vacuole: stevigheid van de cel en kan kleurstoffen bevatten
    plastiden
    • chloroplasten
    • chromoplasten
    • leukoplasten (bv vet, zetmeel en eiwit opslaan)
    celwand:
    • behoort niet tot de cel, maar is een tussencelstof
    • intercellulaire ruimten: holten tussen celwanden
  • Je kan een cel beschrijven: KERN

    In kernplasma liggen chromosomen
    • bestaan uit DNA en liggen rondom eiwitten
    • kernporiën: openingen met eiwitten die het transport van stoffen in en uit het kernplasma regelen.
    • nucleolus: plaats in kernplasma waar delen van ribosomen worden gemaakt.
  • Je kan een cel beschrijven: RIBOSOMEN

    Ribosomen: bolvormige organellen, op ER of vrij in cytoplasma.
    • functie: eiwitsynthese (eiwitten produceren)  
  • Je kan een cel beschrijven: GOLGISYSTEEM

    Opgeslagen platte membranen in het cytoplasma.
    • functie: eiwitten bewerken tot de uiteindelijke vorm en secretie (afgeven van stoffen door cellen) van eiwitten buiten de cel (door exocytose: afsnoeren van blaasjes) en productie van lysomen 
  • Je kan een cel beschrijven: LYSOSOMEN

    Lysosomen: blaasjes die enzymen bevatten
    • functie: verteren van voedingsstoffen of afvalstoffen 
  • Je kan een cel beschrijven: MITOCHONDRIËN

    Mitochondriën: bolvormige organellen met dubbele membranen, waarvan het binnenste membraan sterk is geplooid.
    • functie: energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)
    • de vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen. 
  • Je kan een cel beschrijven: CELMEMBRAAN

    Een dubbele laag fosfolipiden, met daarin eiwitmoleculen en cholesterol (voor stevigheid)
    • een fosfolipidemolecuul bestaat uit een hydrofiele kop (fosfaatgroep) en een hydrofobe staart (vetzuurmoleculen)
    • sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraatketens voor herkenning. 
  • Wat is de bouw van het cytoskelet van cellen?

    • Cytoskelet: een netwerk van eiwitvezels (microtubuli en microfilamenten) in cellen zorgt ervoor dat:
    • de cel zijn vorm behoudt
    • de organellen op hun plaats blijven
    • de vorm van een cel kan veranderen
    • een cel zich kan verplaatsen ( schijnvoetjes)


    • motoreiwitten: verplaatsen zich langs het cytoskelet en ransporteren blaasjes en eiwitten.
  • Hoe bereken je de concentratie van een oplossing?

    • De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume, in gram per kubieke dm, in massaprocenten of in ppm.
LET OP!!! Er zijn slechts 37 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart