Orde brengen inbiodiversiteit
4 belangrijke vragen over Orde brengen inbiodiversiteit
Je hebt vroeger al kennis gemaakt met de bonenplant en haar zaden. Uit onderzoek van een geweekt boonzaad leer je dat de zaadhuid de kiem omsluit. De kiem bestaat uit het embryo en reservevoedsel, dat opgeslagen zit in 2 duidelijke zichtbare zaadlobben.
Omdat zaden dikwijls erg klein zijn en het aantal zaadlobben moeilijk war te nemen is, zijn er nog andere criteria waarmee je de klasse van de eenzaadlobbige en de klasse van de echte tweezaadlobige planten kan onderscheiden. Zo kunnen we ook kijken naar de aard van het wortelstelsel, de nervatuur van de bladeren, de schikking van de vaatbundels op een dwarse doorsnede en het grondgetal van de bloem. Deze verschillen tussen beide klassen worden geïllustreerd:
- Aantal zaadlobben
- eenzaadlobbigen
- 1
- echte tweezaadlobbigen
- 2
- aard van het wortelstelsel
- eenzaadlebbigen
- bijwortels
- echte tweezaadlobbigen
- hoofdwortel met zijwortels
- aard van de bladnervatuur
- eenzaadlobbigen
- parallelnervige bladeren
- echte tweezaadlobbigen
- handnervige bladeren of veernervige bladeren
- vaatbundels in de stengeldoorsnede
- eenzaadlobbigen
- veel vaatbundels
- verspreide ligging
- geen deelweefsel in de vaatbundels
- echte tweezaadlobbigen
- weinig vaatbundels
- in een kring gelegen
- grondgetal van de bloem (het grondgetal van een bloem is het aantal bloemdelen dat in de meeste kransen voorkomt)
- eenzaadlobbigen
- 3 of een veelvoud
- echte tweezaadlobbigen
- 4 of 5 of een veelvoud
eenzaadlobbige planten zijn heel belangrijke voedselbronnen. Granen (zoals tarwe, maïs en rijst) behoren tot deze klasse. Een groot deel van de wereldbevolking is ervan afhankelijk om te kunnen leven.
Uit al deze vaststellingen leiden we af dat er in de vijver een complex systeem van relatise aan het werk is.
op basis van deze definitie kunnen we de vijver als een ecosysteem beschouwen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Elke specifieke omgeving of biotoop kent haar eigen ecosysteem. Woestijn, duinen, grasland, wegberm, park, tuin, ... Zijn verschillende ecosystemen. Er heersen immers andere abiotische en biotische invloeden, waardoor ook de levensgemeenschap anders zal zijn.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden