Orde brengen in biodiversiteit - Classificeren van dieren - Vergelijkend onderzoek van dierenstammen

6 belangrijke vragen over Orde brengen in biodiversiteit - Classificeren van dieren - Vergelijkend onderzoek van dierenstammen

Binnen het dierenrijk worden diersoorten die gelijkaardige kenmerken bezitten (zoals een gelijke lichaamsbouw of ontwikkeling) in een gemeenschappelijke 'stam' geplaatst. Van de negen grootste en meest opvallende stammen in het dierenrijk bespreken we hier telkens een representatieve diersoort om zo de classificatiecriteria te verduidelijken. Hoe we tot die indeling van negen stammen komen, wordt duidelijk als we de representatieve diersoorten met elkaar gaan vergelijken.
We beperken os hier tot volgende in het oog springende criteria:

  • Welke lichaamssymmetrie vertoont het dier?
  • is er een darmzak of een doorlopend darmkanaal?
  • vertoont het dier segmentatie?
  • draagt het dier gelede aanhangsels?
  • welk skelet is er aanwezig?
  • is er een chorda aanwezig?

Naarmate dieren hoger ontwikkeld (complexer gebouwd) zijn, zien we meer en meer specialisatie in de structuren die voor de vertering instaan.

  • Bij sponzen is er nog geen sprake van een spijsverteringsstelsel. Deze dieren filteren het water dat langs kleine poriën binnenstroomt, waarna speciale voedingscellen of kraagcellen de kleine voedselpartikeltjes opnemen.
  • bij een aantal dieren, zoals de kwal en de platworm, functioneert de mond ook als anus. In het lichaam zit als het ware een zakvorige holte of darmzak waar de spijsvertering plaats grijpt.
  • bij de meeste andere dieren bestaat het sijsverteringsstelsel uit een buis met twee openingen: een mond en een anus, waardoor een doorlopend darmkanaal ontstaat.

We zeggen van een lichaam dat het gesegmenteerd of geleed is als het is opgebouwd uit achter elkaar gelegen, min of meer gelijkvormige delen of segmenten.

Een perfect 'gesegmenteerd dier' (een dier waarvan dus alle segmenten gelijk zijn) bestaat niet, maar de regenworm komt toch dicht bij de perfecte segmentatie. De regenworm, en alle andere wormen die tot de stam van ringwormen of gelde wormen behoren hebben een lichaam dat zowel uitwendig als inwendig in segmenten (ringen) verdeeld is.
Het lichaam van de geleedpotigen bestaat ook uit segmenten, maar de segmentatie of geleding is alleen uitwendig. Deze segmenten zijn met elkaar vergroeid en vormen min of meer van elkaar te onderscheiden lichaamsdelen zoals bv. Kop, borststuk en achterlijf.
Ook de wervelkolom van chordadieren vertoont segmentatie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Het lichaam van geleedpotigen is niet alleen geleed (opgebouwd uit achter elkaar gelegen, min of meer gelijkvormige delen of segmenten), het draagt aan de segmenten ook gepaarde en gelede aanhangsels, vandaar de naam geleedpotigen. Deze aanhangsels kunnen zowel op de kop als op het borststuk en het achterlijf voorkomen.
Naargelang de plaats waar de aanhangsels zich bevinden, hebben we verschillende functies:

  • Aan de kop
    • voedselopname (monddelen) en zintuiglijke waarnemingen (antennes)
  • aan het borststuk
    • voortbeweging (looppoten)
  • aan het achterlijf
    • voortbeweging (zwempoten) of voortplanting

Veel dieren hebben onderdelen aan hun lichaam die zorgen voor stevigheid en bescherming. We spreken van het skelet van een dier.

Sommige dieren, zoals de mossel en de kreeft, hebben een skelet aan de buitenkant van het lichaam. Dat is een uitwendig skelet, ook exoskelet genoemd.
Bij de mens , sponzen en zeesterren zit het skelet binnenin het lichaam, we spreken van een inwendig skelet of endoskelet.
een aantal dieren , zoals de regenworm en de oorkwal, hebben geen vast skelet. Toch zijn die dieren stevig omdat ze opzwellen door hun lichaamsvocht dat hydrostatische druk (druk veroorzaakt door vloeistof) uitoefent, vandaar dat we hier spreken van een hydroskelet. Dat maakt hen tegelijkertijd ook heel flexibel.

Een chorda is een plooibare staaf van elastisch steunweefsel die  we uitsluitend aantreffen bij dieren uit de stam van de chordadieren. De chorda geeft de dieren extra steun in de rug.

De meeste chordadieren hebben alleen een chorda in een larvaal stadium, in een latere ontwikkelingsstadium wordt de chorda vervangen door een wervelkolom. Deze dierengroep noemen we daarom de gewervelden of vertebraten. Ze vormen een onderstam van de chordadieren. Alle gewervelden zijn bijgevolg ook chordadieren. Alle dieren die geen wervelkolom bezitten als steunstructuur duiden we aan met de term ongewervelden of invertebraten. Ze maken ongeveer 95% uit van het dierenrijk en worden, op basis van andere criteria, verdeeld over acht stammen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo