Zenuwstelsel - Het neuron - Soorten neuronen volgens functie
3 belangrijke vragen over Zenuwstelsel - Het neuron - Soorten neuronen volgens functie
Wat zijn de bouwkenmerken van motorische neuronen?
Motorische neuronen (= bewegingsneuronen = efferente neuronen):
Deze neuronen geleiden impulsen vanuit het centraal zenuwstelsel naar de uitvoerders nl. de spieren en de klieren. De cellichamen van deze neuronen liggen meestal in het centraal zenuwstelsel, waardoor de dendrieten vaak kort zijn en het axon zeer lang (tot wel 1 meter) kan zijn.![]()
Deze neuronen geleiden impulsen vanuit het centraal zenuwstelsel naar de uitvoerders nl. de spieren en de klieren. De cellichamen van deze neuronen liggen meestal in het centraal zenuwstelsel, waardoor de dendrieten vaak kort zijn en het axon zeer lang (tot wel 1 meter) kan zijn.
Wat zijn de bouwkenmerken van interneuronen?
Interneuronen (= schakelneuronen):
Neuronen die impulsen overbrengen binnen het centraal zenuwstelsel noemen we schakelneuronen. Ze liggen dus in het ruggenmerg of in de hersenen. Schakelneuronen kunnen impulsen ontvangen en doorgeven aan motorische neuronen of andere schakelneuronen. Omdat ze meerdere zenuwcellen verbinden, worden ze ook wel interneuronen genoemd (inter betekent tussen). Ze hebben talrijke dendrieten en axonen, vaak zonder of met maar weinig myeline.![]()
Neuronen die impulsen overbrengen binnen het centraal zenuwstelsel noemen we schakelneuronen. Ze liggen dus in het ruggenmerg of in de hersenen. Schakelneuronen kunnen impulsen ontvangen en doorgeven aan motorische neuronen of andere schakelneuronen. Omdat ze meerdere zenuwcellen verbinden, worden ze ook wel interneuronen genoemd (inter betekent tussen). Ze hebben talrijke dendrieten en axonen, vaak zonder of met maar weinig myeline.
Wat zijn de bouwkenmerken van sensorische neuronen?
Sensorische neuronen (= gevoelsneuronen = afferente neuronen):
Deze neuronen ontvangen de impulsen afkomstig van onze zintuigen en geleiden deze naar het centraal zenuwstelsel. Het cellichaam bevindt zich vaak dicht bij het centraal zenuwstelsel (net buiten het ruggenmerg in een verdikking, ganglion genoemd). Vandaar dat ze meestal lange dendrieten hebben en een iets korter axon. Beide soorten uitlopers zijn dus vrij lang, waardoor ze over een lange afstand informatie kunnen doorgeven. Soms is de dendriet wel een meter 11 lang, bijvoorbeeld bij een sensorische zenuwcel die impulsen geleidt van een zintuigcel in een teen naar een cellichaam vlak bij het ruggenmerg.![]()
Deze neuronen ontvangen de impulsen afkomstig van onze zintuigen en geleiden deze naar het centraal zenuwstelsel. Het cellichaam bevindt zich vaak dicht bij het centraal zenuwstelsel (net buiten het ruggenmerg in een verdikking, ganglion genoemd). Vandaar dat ze meestal lange dendrieten hebben en een iets korter axon. Beide soorten uitlopers zijn dus vrij lang, waardoor ze over een lange afstand informatie kunnen doorgeven. Soms is de dendriet wel een meter 11 lang, bijvoorbeeld bij een sensorische zenuwcel die impulsen geleidt van een zintuigcel in een teen naar een cellichaam vlak bij het ruggenmerg.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
