Erfelijkheidsleer - Gekoppelde genen & crossing-over
3 belangrijke vragen over Erfelijkheidsleer - Gekoppelde genen & crossing-over
Waarom is een fruitvliegje een interessant modelorganisme voor overerving na te gaan?
Ze zijn gemakkelijk te kweken in labo-omstandigheden.
Ze hebben een korte generatieduur van 10 tot 12 dagen bij 25°C.
Ze hebben talrijke nakomelingen.
Verder is het ook zeer interessant dat ze een klein aantal chromosomen hebben. Het diploïde aantal chromosomen bedraagt 8 (2n = 8). Dat wil dus zeggen dat er 4 chromosomenparen zijn nl. 2 heterosomen (chromosomenpaar I) en 3 paar homologe.
Ze hebben een korte generatieduur van 10 tot 12 dagen bij 25°C.
Ze hebben talrijke nakomelingen.
Verder is het ook zeer interessant dat ze een klein aantal chromosomen hebben. Het diploïde aantal chromosomen bedraagt 8 (2n = 8). Dat wil dus zeggen dat er 4 chromosomenparen zijn nl. 2 heterosomen (chromosomenpaar I) en 3 paar homologe.
Wat is terugkruising van F1-mannetjesvliegen?
Omdat zowel de allelen A en B als a en b gekoppeld zijn, kan het mannelijk vliegje alleen de gameten AB en ab vormen. De gameten Ab en aB komen dus niet voor. Daardoor zijn er slechts twee fenotypen in de F2 vertegenwoordigd. ![]()
Wat ontdekte Morgan?
- Als tussen gekoppelde genen een kleine recombinatiefrequentie voorkomt, dan liggen ze dicht bij elkaar op het chromosoom, want de kans dat ze door crossing-over gescheiden worden, is dan klein. - Als tussen gekoppelde genen een grote recombinatiefrequentie voorkomt, dan liggen ze ver uit elkaar op het chromosoom, want de kans dat ze door crossing-over gescheiden worden, is dan groot.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
