Samenvatting: Biologie: Eukaryote Cel

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologie: eukaryote cel

• 1 belangrijke begrippen

  Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de structuur van een cel?

  • een cel is altijd omgeven door een celmembraan 
    

  --> daarin cytoplasma (gelei-achtige substantie)
  --> daarin kern (uitzondering: bacterien)
  --> cytoplasma opdelen in cytosol & celorganellen/ structuur
  

  • cytosol is wat overblijft als je organellen en membraan verwijdert
    

  + bij bacterien,schimmels & planten: celwand

• Begrip endoplasmatisch reticulum (ER)

  • netwerk van membranen in cytoplasma: 2 dichtliggende membranen -> hiertussen holten en kanalen
    
  • afgescheiden van de rest van de cel door membraan met zelfde structuur als celmembraan
    
  • theorie: ontstaan door instulping van celmembraan
    

• Begrip RER (ribosomaal ER/ Rough ER

  • omsluit ribosomen
    

  --> functie: eiwitvorming (synthese)
  + transport van stoffen (eiwitten naar golgiapparaat vervoeren)

• Begrip Glas ER (Smooth ER)

  • functie: stoffen vanuit RER vervoeren naar goliapparaat
    

  + opslaan van calciumionen
  + synthese van lipiden, fosfolipiden
  + detoxificatie van drugs, alcohol en andere gifstoffen (levercellen)
  

  • bevindt zich tussen zone RER en goliapparaat
    

• Begrip intermediaire filamenten

  • Functie (hangt af van celtype): spanning
    

• 1.1 lichtmicroscopische bouw van cellen en celorganellen

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Met welke microscoop kan je 1500 maal vergroten?

  Een gewone lichtmicroscoop

• 1.2 elektronenmicroscopische bouw van cellen en celorganellen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke microscoop heb je nodig voor gedetailleerde beelden?

  Een elektronenmicroscoop

• Welke stralen worden er gebruikt bij een elektronenmicroscoop?

  Elektronenstralen

• 1.3 onderscheid tussen plantaardige en dierlijke cellen

• Onderscheid plantaardige en dierlijke cel:

  Dierlijke cel:
  

  • geen celwand
  • verschillende kleine vacuoles
  • geen plasticiden
  • geen leukoplasten, chromoplasten, chloroplasten
  • centrosoom met 2 centriolen

  
  
  plantaardige cel:
  

  • wel celwand
  • 1 centrale vacuole
  • wel plasticiden
  • wel leukoplasten, chromoplasten, chloroplasten
  • geen centriolen

• 1.4 functie van celorganellen

  Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de functie van de RER? Ruw Endoplasmatisch Reticulum

  1. Produceren van eiwitten voor secretie
     
  2. transport (bestemming: membraan van cel of andere organellen)