Samenvatting: Biologie H12 Erfelijkheid En Evolutie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologie H12 erfelijkheid en evolutie

• 12 Erfelijkheid en evolutie

• 12.1 Eigenschappen doorgeven

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Bekijk bron 1 en lees de tekst ernaast.Hoe groot is de kans dat het broertje of zusje van Dennis ook blauwe ogen heeft?

  1. Ongeveer 25% kans

• Vul in elke celkern het juiste aantal chromosomen in.

  Zie schema

• Bekijk bron 2. Uit de bevruchte eicel groeit een kind. Het kind erft van zowel de vader als de moeder het gen voor oogkleur.Voor het gen heb je twee  in je lichaamscellen. Die vormen samen het  voor de eigenschap oogkleur

  Zie antwoord

• Stel dat Dennis een tweelingbroertje had met bruine ogen.Wat zou het genotype van dit broertje zijn?

  Bruin/bruin of bruin/blauw

• Kunnen Dennis en zijn broer eeneiig zijn? Leg je antwoord uit.

  Nee, want dan zou het tweelingbroertje ook blauwe ogen hebben, omdat eeneiige tweelingen hetzelfde genotype hebben.

• Wat is het verschil tussen genotype en fenotype. Hoe noteer je ze

  
  Voor elke eigenschap heb je twee allelen, op elk chromosoom van een paar ligt er één. Een code van een genotype bestaat daarom uit twee letters. In bron 5 zie je de volgende genotypen:
  

  • 
    BB betekent homozygoot dominant
    
  • 
    Bb betekent heterozygoot
    
  • 
    bb betekent homozygoot recessief
    

  
  Bij een heterozygoot genotype staat de hoofdletter voorop.
  
  Je ziet in bron 5 ook welk fenotype bij elk genotype hoort. Een persoon met één of twee dominante allelen voor oogkleur heeft de dominante eigenschap, dus bruine ogen. Iemand met twee recessieve allelen heeft blauwe ogen, de recessieve eigenschap.

• Een tomatenplant heeft een homozygoot dominant genotype, dat noteer je als....Een andere tomatenplan is homozygoot recessief, dat noteer je als...Voor de heterozygote planten noteer je...

  • Een tomatenplant heeft een homozygoot dominant genotype, dat noteer je als....AA
    
  • Een andere tomatenplan is homozygoot recessief, dat noteer je als...aa
  • Voor de heterozygote planten noteer je...Aa

• Bekijk in bron 5 alle mogelijke genotypen van oogkleur.Vul in:Het dominante allel  voor oogkleur is......dat schrijf je met de letter...Het recessieve allel voor oogkleur is .......dat schrijf je met de letter ......

  • Het dominante allel  voor oogkleur is bruin, dat schrijf je met de letter...B
  • Het recessieve allel voor oogkleur is .......blauw dat schrijf je met de letter ......b

• Vul de kruising in (letters!) voor een man met blauwe ogen en een vrouw met bruine ogen, die heterozygoot is.

  bb x Bb

• Wanneer maak je een (kruisings)tabel en wanneer is dat niet nodig?

  Een (kruisings)tabel is nodig als één ouder heterozygoot is of beide ouders heterozygoot zijn. Het is niet nodig als beide ouders homozygoot zijn.