Samenvatting: Biologie Hv4
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologie HV4
-
1.1 Verschillen en overeenkomsten
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/10/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Uit welke onderdelen bestaat een dierlijke cel?
- Celmembraan
- Cytoplasme
- Celkern
- Organellen
-
Wat is het verschil tussen een plantencel en een dierlijke cel?
Een dierlijke cel heeft GEEN:- Celwand
- Plastiden
- Vacuole
-
Kun je tekenen hoe een virus de cel infecteren?
1: virus hecht zich aan receptor
2: virus laat virus DNA de cel ingaan
3: viraal DNA gaat naar celkern en neemt celDNA over
4: viruseiwitten worden in de celkern gemaakt
5: nietwe virus cel verlaat de gastheercel -
Kun je uitleggen hoe een virus de gastheercel gebruikt?
Het virus hecht zich aan de buitenkant van de gastheercel en dringen de cel binnen. Als ze binnen zijn gedrongen laten ze zich vermenigvuldigen met stoffen van die cel. -
1.6 Transport van stoffen in en uit de cel
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/10/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Wat gebeurt er bij diffusie in levende cellen?
Verplaatsen van stoffen diemoeiteloos door hetcelmembraan heen gaan. Dit is o.a. Zuurstof,CO2 , water en anderegassen .- proces heet
passief transport. Het kost de cel geen energie
- proces heet
-
Wat gebeurt er bij osmose in levende cellen.
Een levende cel bevat altijd bepaalde concentratie aanopgeloste stoffen die niet zomaar de cel in en uit kunnen, water kan dit wel.
Hierdoor ontstaatdrukverschil , de cel voelt zich niet lekker en wil deze drukopheffen door water te verplaatsen. -
Hoe voert de cel actief transport uit?
Door gebruikt te maken van gespecialiseerde eiwitten die grote moleculen of ionen buiten de cel "vastpakken" en zo de cel binnen sluizen en dan in de cel loslaten. Dit proces kost energie, vandaar actief transport. -
1.9 Samenvatting
Dit is een preview. Er zijn 43 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/10/2020
Laat hier meer flashcards zien -
De indeling van organismen in de vier groepen gebeurt op grond van onder andere de vier kenmerken van de celhuishouding. Welke vier kenmerken zijn dit?
- Type stofwisseling (autotroof of heterotroof)
Celgrootte - Aan- of afwezigheid van een celkern
Celwandkenmerken
-
Zet het organisme in een schema begin bij het kleinste deeltje.
Cel - weefsel - orgaan - orgaanstelsel - organisme -
Wat kun je zeggen over de korrels van chloroplasten?
Dit zijn de bladgroenkorrel voor fotosynthese
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden