Samenvatting: Biologie Mzk Selectie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologie mzk selectie
-
1 biologie
Dit is een preview. Er zijn 98 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat heeft ademhaling te maken met verbranding?
Ademhaling zorgt ervoor dat er verbranding kan plaatsvinden in ons lichaam omdat er zuurstof uit de lucht gehaald wordt. In longblaasjes vindt gaswisseling plaatst. (Neemt zuurstof op in het bloed en co2 geeft het af in de lucht.) -
Waar bestaan longblaasjes uit en wat doen deze?
De longen bestaan uit eensponsachtig weefsel. Deluchtpijp vertakt in steedsdunnere buisjes , dieopengehouden worden doorkraakbeenringen . -
Als je een cel vergelijkt met het uitwendige milieu (of je vergelijkt twee oplossingen met elkaar), dan zijn er drie opties benoem deze drie opties.
1. Isotonisch
2. Hypertonisch
3. Hypotonisch -
Wat doet de hypertone omgeving in een plantencel.
De osmotische waarde is buiten de cel hoger dan binnen de cel. Er gaat meet water uit de cel het gevolg hiervan is dat de cel zijn stevigheid verliest en hierbij ook gaat krimpen. Krimpen noemen we plasmolyse. De celmembraan zal hier ook loslaten van de celwand. -
Wat voor functie heeft de celwand binnen een bacterie?
Dit is de buitenste structuur rondom decel . Decelwand isporeus :water en andere stoffen kunnen er gewoon doorheen. -
Benoem de elementen waar de aspecifieke afweer uit bestaat.
Mechanische afweer
Biochemische afweer
Cellulaire afweer -
Wat doet de CD4 receptor ?
DeCD4 receptor helpt bij dekoppeling van deT-helpercel aan demacrofaag . Aan dit CD4 eiwit hecht HIV, het virus dat AIDS veroorzaakt. HIV vernietigt dus deze T-helpercellen. -
Wat zijn MHC II moleculen en wat voor functie hebben deze?
Dit is een eiwit (glycoproteine) waarnaar onderdelen van de want van het opgegeten micro-organisme verplaats worden. -
2 Artikel straling effecten & bronnen
Dit is een preview. Er zijn 33 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen een ioniserende straling en niet- ioniserende straling?
Ioniserende straling: heeft voldoende energie op elektronen uit atomen te verwijderen; bij dit proces, ionisatie genoemd, blijven elektrisch geladen deeltjes (ionen) achter op atoomniveau.
niet- ioniserende straling: daarentegen, zoals radiostraling(radiogolven), zichtbaar licht of ultraviolette straling, bevat onvoldoende energie om een ionisatieproces op gang te brengen. Deze brochure handelt over de effecten van blootstelling aan straling van natuurlijke kunstmatige bronnen. -
Beschrijf radionucliden en radioactief verval.
Atomen met een instabiele kern die spontaan uiteenvallen en daarbij stralingsenergie afgeven worden radionucliden genoemd en het spontaan uiteenvallen heeft radioactief verval.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden