Samenvatting: Biologie Nha
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van biologie NHA
-
1 Eerste kennismaking
-
1.1 Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de 5 levenskenmerken, en wat houden de levenskenmerken in?
De aanwezigheid van alle 5 levenskenmerken houdt in dat het om een levend wezen gaat.
De 5 levenskenmerken zijn:- groei en ontwikkeling
- voortplanting
- reactie op invloeden van buitenaf (m.b.v. zintuigen)
- stofwisseling (opname voedingsstoffen/uitscheiding afvalstoffen)
- aanpassing aan omgeving (bv. een gestroomlijnd lichaam)
-
noem de kenmerken van het levende wezens
- Groei en ontwikkeling
- Voortplanting
- Reageren: in staat te reageren op invloed vanuit de omgeving.
- Aanpassing: passen zich aan de leefomgeving
- voedselopname
- uitscheiding
-
1.2 De vier rijken
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
welke vier rijken bestaan er?
- bacteriën
- schimmels
- planten
- dieren
-
uit hoeveel cellen bestaat elke rijk
- bacteriën: bestaan uit een cel
- schimmels: meerdere maar kan ook een cell
- planten: meerdere
- dieren: meerdere
-
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van schimmels?
- Bestaan meestal uit meerdere cellen (uitzondering: gisten)
- Ze hebben een celwand en een celkern
- Planten zich voort d.m.v. sporen
-
hoe vermeerderen de rijken zich?
- bacteriën: delen
- schimmels: sporen
- planten: delen, sporen, zaden
- dieren: eieren
-
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van planten?
- Ze zijn in staat organische stoffen te maken (fotosynthese)
- Ze hebben bladgroenkorrels, een celkern en een celwand
- Ze bestaan meestal uit meerdere cellen
Voortplanting vindt plaats d.m.v.:- Deling (eencellige wieren)
- Sporen (sporenplanten)
- Zaden (zaadplanten)
-
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van dieren?
- Ze bestaan meestal uit meerdere cellen (uitzondering: protozoa)
- Ze hebben een celkern
- Ze beschikken over een zenuwstelsel en zijn in staat tot zintuiglijke waarneming (uitzondering: protozoa)
Hoe vindt voortplanting plaats?- Eieren (grootste gedeelte van dieren)
- Levend baren (zoogdieren)
- Deling (protozoa)
-
Wat is een virus en waarom behoren virussen niet tot de 4 rijken?
Een virus is een kleine ziekteverwekker dat bestaat uit DNA of RNA, omgeven door een eiwitmantel.
Virussen worden niet als levend wezen gerekend, en behoren daarom niet tot een van de vier rijken.
De redenen hiervoor zijn:- Ze vertonen geen stofwisseling (voedselopname/uitscheiding van afvalstoffen)
- Ze vermenigvuldigen zich alleen binnen levend weefsel
-
1.4 Cellen en weefsels
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de functie van een celwand, en bij welke organismen komt de celwand voor?
De celwand verleent stevigheid en bescherming. De celwand is aanwezig bij de planten, schimmels en bacteriën.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Biologie Nha
-
Eerste kennismaking - Weefsels bij planten
-
Eerste kennismaking - Weefsels bij dieren - Dekweefsel
-
Eerste kennismaking - Weefsels bij dieren - Steunweefsel
-
Eerste kennismaking - Weefsels bij dieren - Spierweefsel
-
Eerste kennismaking - Weefsels bij dieren - Zenuwweefsel
-
De celwand
-
De organellen in het cytoplasma - Mitochondria
-
De organellen in het cytoplasma - Het endoplasmatisch reticulum
-
De organellen in het cytoplasma - Ribosomen
-
De organellen in het cytoplasma - Plastiden
-
De organellen in het cytoplasma - Vacuolen
-
De organellen in het cytoplasma - Lysosomen
-
De wet van fick
-
Turgor en plasmolyse
-
Worteldruk en zuigkracht van de bladeren - zuigkracht van de bladeren
-
Actief transport door de celmembraan
-
Opname, uitscheiding en intracellulaire vertering
-
De celkern als zetel van de erfelijkheid
-
Celdeling - de gewone celdeling
-
De bouw van het DNA
-
De erfelijke code van DNA
-
Celdifferentiatie
-
Klassieke genetica - erfelijkheid en voortplanting
-
Klassieke genetica - allelen
-
Klassieke genetica - geslachtschromosomen
-
Het zenuwstelsel - zenuwstelsel
-
Het zenuwstelsel - zenuwcellen/neuronen
-
Het zenuwstelsel - het ruggenmerg
-
Het zenuwstelsel - het autonome zenuwstelsel
-
Het zenuwstelsel - inleiding
-
Het zenuwstelsel - de rustpotentiaal
-
Het zenuwstelsel - de actiepotentiaal
-
Het zenuwstelsel - impulsoverdracht
-
Het zenuwstelsel - neurotransmitterstoffen
-
Moleculaire genetica I - Inleiding
-
Moleculaire genetica I - De replicatie van het DNA
-
Moleculaire genetica I - De functies van RNA
-
Moleculaire genetica I - De synthese van RNA (transcriptie)
-
Moleculaire genetica I - RNA-processing
-
Moleculaire genetica II - De eiwitsynthese
-
Moleculaire genetica II - Genregulatie
-
Moleculaire genetica II - Epigentica
-
Biotechnologie - Gebruik van bacteriën
-
Aanpassing - Windbloemen en insectenbloemen
-
Natuur en milieu I - Abiotische milieufactoren
-
Natuur en milieu I - Biotische milieufactoren
-
Natuur en milieu II - Tolerantiegrenzen en beperkende factoren
-
Voortplanting en ontwikkeling - Zwangerschap - Hormonen