Natuur en milieu I - Abiotische milieufactoren

9 belangrijke vragen over Natuur en milieu I - Abiotische milieufactoren

Op welke manieren heeft de temperatuur invloed op een organisme?

De verdamping bij planten en dieren
  • Hogere temperatuur-> hogere diffusiesnelheid-> hogere waterafgifte via huidoppervlak
De enzymwerking
  • Stofwisseling verloopt het snelst bij de optimumtemperatuur van het organisme.
  • Onder de minimumtemperatuur is stofwisseling niet mogelijk, boven de maximumtemperatuur ook niet.  

Hoe passen koudbloedige organismen zich aan aan de temperatuur?

Koudbloedige organismen zijn sterk afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Ze kunnen zich min of meer blijven handhaven bij extremere temperaturen, door bijvoorbeeld een winterslaap te houden in de winter.


Waarom zijn warmbloedige organismen minder afhankelijk van de omgevingstemperatuur dan koudbloedige organismen?

Bij warmbloedige organismen is de lichaamstemperatuur constant, en wordt deze vrijwel niet beïnvloedt door de omgevingstemperatuur.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Op welke manieren kan lucht organismen beïnvloeden?

  • Lucht bevat O2 en CO2, dit wordt respectievelijk gebruikt voor de aerobe dissimilatie en bij de fotosynthese (bij planten).
  • Daarnaast bevat lucht vocht. Dit vochtgehalte heeft invloed op de verdamping. Bij een laag vochtgehalte zal de verdamping bij het organisme stijgen.
  • De windsnelheid beïnvloedt de verdamping ook. Bij een hoge windsnelheid vindt er veel verdamping plaats.
  • Luchtstromingen spelen een belangrijke rol bij bestuivingen en de verspreiding van zaden.

Op welke manier kan licht organismen beïnvloeden?

  • Er zijn dag- en nachtdieren
  • Gedurende het jaar verandert de tijdsduur van het schijnen van de zon, aan de hand hiervan zijn seizoenen te onderscheiden. Veel planten en dieren reageren hierop.

Op welke manieren zijn organismen aangepast op een droge omgeving?

Planten: kleine bladeren, dikke cuticula, bladhaartjes, sterk ontwikkeld wortelstelsel
Dieren: geconcentreerde urine, huid die niet doorlaatbaar is voor water

Op welke manieren zijn organismen aangepast op een vochtige omgeving?

Planten: dunne cuticula
Dieren: verdunde urine (scheidt veel water uit), voor water doorlaatbare huid

Welke bodemsoorten zijn er? Wat zijn de verschillen?

  • Zandbodem: relatief grote korrels met daartussen veel lucht, houdt water slecht vast
  • Kleibodem: bestaat uit kleine deeltjes, is hierdoor slecht doorlaatbaar voor water
  • Humusbodem: bestaat uit afgestorven delen van organismen, het houdt water en voedingszouten vast. Om deze reden is een humusbodem geschikt voor de groei van planten.

Wat is een ander woord voor warmbloedig? En voor koudbloedig?

Koudbloedig: poikilotherm
Warmbloedig: homoiotherm

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo