Samenvatting: Biologie Periode 2

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologie periode 2

  • 4 Zenuwstelsel en spieren

  • 4.1 Prikkels

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Je hebt veel verschillende soorten prikkels, zoals geluid, geur, koude en licht. Je lichaam kan veel van deze soorten prikkels opvangen, waarmee gebeurt dit?

    Receptoren die gespecialiseerd zijn in het opvangen van één specifieke prikkel en vaak zitten in gespecialiseerde organen: de zintuigen.
  • 4.2 Zenuwcellen

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Het axon is meestal omgeven door een isolerende laag. Hoe wordt deze genoemd?

    Mergschede of myelineschede.
  • De mergschede bestaat uit speciale cellen die zich als een 'lapje' om het axon gewikkeld hebben. Hoe worden deze mergschedecellen genoemd?

    Cellen van Schwann.
  • Impulsen springen van insnoering naar insnoering, waardoor de sneller door het axon gaan dan wanneer er geen insnoeringen waren. Hoe wordt dit genoemd?

    Sprongsgewijze geleiding.
  • 4.2.1 Typen zenuwen

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn bewegingszenuwcellen (motorische zenuwcellen)?

    Deze vervoeren impulsen van het centrale zenuwstelsel naar de uitvoerende organen (spieren en klieren). Aan het eind van het axon vertakt deze zich in een eindboompje, zodat meerdere spiervezels door één bewegingszenuwcel worden bediend. Ze hebben veel dendrieten, zodat impulsen vanuit verschillende delen van het zenuwstelsel hier samenkomen.
  • 4.3 Impulsgeleiding en impulsoverdracht

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat gebeurt er op het moment dat er een impuls aankomt?

    Het ladingsverschil wordt gedurende 0,001 seconde omgedraaid. De binnenkant van het celmembraan wordt even positief en de buitenkant negatief. De impuls veroorzaakt een soort lek in het celmembraan. Er stromen met name veel positief geladen natriumionen naar binnen via speciale openingen in het celmembraan en dit zijn de Na+ kanaaltjes.
  • Als het celmembraan zich weer herstelt naar de rustsituatie, op welke manier kan dit gebeuren?

    De Na+ ionen gaan weer naar buiten en (minder) K+-ionen van buiten gaan naar binnen.
  • 4.4.2 Het autonome zenuwstelsel

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.4.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het orthosympathische zenuwstelsel?

    Vooral actief als je zelf ook actief bent -> stimuleert de hartslag, verhoogt de bloedsuikerspiegel en spanning in de spieren, remt de spijsvertering (door te zorgen dat er weinig bloed naar de darmwand gaat).
  • 4.5.2 Hersencentra

  • Wat doet het primaire motorische schorscentrum?

    Geeft bewegingsopdrachten aan de skeletspieren. Hier komen gevoelsprikkels vanuit de zintuigen aan. 
  • Wat doet het secundaire motorische schorscentrum?

    Deze is betrokken bij ingewikkelde bewegingen die je hebt moeten aanleren. Hier worden gevoelsprikkels verwerkt.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart