Samenvatting: Biologie Periode 4
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van biologie periode 4
-
15 waarnemen
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15
Laat hier meer flashcards zien -
Welke spieren in de iris zijn aangespannen als je in de verte kijkt?
Kringspieren -
Een synaps is de ruimte tussen twee zenuwcellen. Hoe wordt de impuls doorgegeven
De 2 neuronen maken contact met elkaar/ door neurotransmitter -
Sommige uitlopers bevatten myeline, hoe snel verloopt de impuls?
100 m per seconde -
De impulssterkte blijft gelijk. Op welke manier weten de hersenen of een prikkel erg sterk is?
Omdat er meerdere actiepotentialen na elkaar plaats vinden, de impulsfrequentie neemt toe -
15.4.1 begrippen
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15.4.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de receptieve velden?
Als de staafje en de kegeltje in groepen elkaar overlappen -
15.5.1 begrippen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15.5.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de druk receptoren?
Bestaan uit de uiteinden van de sensorische neuronen. Een sterkere rek van de wand van de aorta leidt in de drukreceptoren tot een depolarisatie. -
15.6.1 15.1 zintuigcellen
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15.6.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waar zitten je zintuigcellen voor je evenwicht? En hoe werken deze?
In het inwendige oor. Door informatie uit de maculae weet je de stand van je hoofd en neem je rechtlijnige bewegingen waar. door informatie uit de halfcirkelvormige kanalen weet je in welke richting je hoofd draait. -
15.6.2 15.2 het gehoorzintuig
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15.6.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wordt er naar de gehoorgang geleidt en door wat?
De oorschelp vangt geluidstrillingen op en geleidt deze naar de gehoorgang. De gehoorgang is bij het middenoor afgesloten door het trommelvlies -
15.6.3 15.3 het gezichtszintuig
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15.6.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe passen je ogen zich aan aan de hoeveelheid licht?
Door middel van de grootte van de pupillen en door de werking van de pigmentcellen in het netvlies -
Wat levert informatie uit de gele vlek van het netvlies en hoe?
Het scherpste beeld. Er ontstaat een verkleind omgekeerd beeld doordat hoornvlies, kamervocht, lens en glasachtig lichaam de lichtstralen convergeren
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden