Biologie 5VWO - DNA - DNA-replicatie
3 belangrijke vragen over Biologie 5VWO - DNA - DNA-replicatie
Hoe vindt DNA-replicatie plaats?
Het enzym primase maakt een kort stukje RNA, een primer, vast aan een DNA-streng. Dit gebeurt omdat het enzym DNA-polymerase alleen nucleotiden kan vastplakken aan het 3'-uiteinde van een al bestaande streng. Hiervoor worden dATP, dTTP, dGTP en dCTP gebruikt. Bij het koppelen worden de twee fosfaatgroepen die afsplitsen gebruikt voor energie.
Bij DNA-replicatie heb je een leidende streng en een volgende streng. Wat houdt dit in?
De ene kant op kan dit aan één stuk door, de leidende streng. De andere kant kunnen er steeds maar korte stukjes DNA worden gevormd, Okazaki-fragmenten. Steeds opnieuw worden er RNA-primers gemaakt en dan vervangen door DNA-nucleotiden. Ten slotte koppelt het enzym DNA-ligase de Okazaki-fragmenten aan elkaar waardoor ook de volgende streng compleet is.
Een DNA-molecuul wordt bij elke celdeling korter. Waardoor komt dit? En hoe kan het dan dat onze genen niet beschadigen?
Alle primers worden vervangen door nucleotiden. Maar de primers aan de uiteinden van het DNA hebben geen 3'-uiteinden om aan te binden. Dat deel blijft dus niet gekopieerd en het enkelstrengse deel dat overblijft wordt verwijderd.
Aan de uiteinden van chromosomen zitten telomeren. Telomeren zijn stukken niet-coderend DNA die zijn ingekapseld in beschermende eiwitten. Bij mensen bestaat een telomeer uit repetitief DNA (5'-TTAGGG-3'). Na ongeveer 50 celdelingen is dit deel van het DNA weg en vindt er apoptose plaats (geprogrammeerde celdood).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden