Planten en dieren - Allemaal anders
8 belangrijke vragen over Planten en dieren - Allemaal anders
Aanpassingen voor dieren en planten vertel er over
Noem aanpassingen bij planten die op het land leven
Leg uit aanpassingen van planten in een vochtige omgeving en een droge omgeving
droge omgeving: kleine dikke bladeren (houden goed vocht vast), veel of grote wortels
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Noem bij iedere snavel wat hij eet
pincetsnavel: insecten (uit sleuven halen)
haaksnavel: prooidieren in stukken te scheuren
priemsnavel: bodemdiertjes (kan in natten boden froeten)
zeefsnavel: plankton uit het water. De snavel zeeft het water en voedsel
Er bestaan zoolgangers, teengangers en topgangers, leg uit
teengangers: lopen op hun tenen zoals katten en honden
topgangers: lopen op de toppen van hun tenen. De toppen zijn bedekt met hoeven. Daarom heten ze ook wel hoefgangers
Geef aan welke ondergrond voor zoolganger, teenganger en topganger
hoe harder de grond hoe minder voet op de grond (topgangers)
Noem manieren van verdedigen van organisme tegen vijanden
brandharen zoals brandnetels
gifstoffen
schutkleur maakt onzichtbaar voor vijanden
vacht als bescherming tegen de kou
Bekijk en lees het schema in je boek op blz 50. Als je dit kent weet je alles!
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden