Samenvatting: Biologie Voor Jou | 9789402068696 | Marianne Gommers, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologie Voor Jou | 9789402068696 | Marianne Gommers, Boukje ivens en Arthur jansen

• 1 Inleiding in de biologie

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.1 Wat kun je met biologie?

  Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waardoor is het eenvoudiger om van ‘populaties’ te spreken als algen voorkomen in zoetwater?

  Algen die voorkomen in zoetwater, leven in meertjes, kanalen en rivieren. Dit zijn begrensde gebieden.

• Tot welk organisatieniveau behoort koolstofdioxide en welk organisatieniveau wordt door koolstofdioxide beïnvloed?

  Koolstofdioxide behoort tot het organisatieniveau molecuul en het beïnvloedt het organisatieniveau systeem aarde.

• 2.1 Ongeslachtelijke voortplanting

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is celdeling? En wat gebeurd er na de celdeling?

  Bij celdeling deelt de moedercel in 2 identieke dochtercellen, die dezelfde eigenschappen hebben als de moedercel. Na de celdeling kunnen de cellen of specialiseren of niet. Ongespecialiseerd cellen noem je stamcellen

• 2.2 Geslachtelijke voortplabting

  Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat gebeurd bij geslachtelijke voortplanting?

  Komen de gameten en somatische cellen bij elkaar

• Wat zijn de functies van de bijbal, prostaat, zwellichaam, zaadcellen en vocht.

  1. Bijbal: slaat het zaad op
     
  2. prostaat: geeft vocht af aan de zaadcellen
  3. zwellichaam: stromen vol met bloed om de penis stijf te laten worden. Dit noem je erectie
  4. zaadcellen en vocht samen noem je sperma
  5. temperatuur in de balzak is 2 graden lager dan in de buikholte

• 2.3 Hormonen

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke hormonen regelen de voorplanting?

  De geslachtshormonen regelen verschillende aspecten van voortplanting

• Wat verschilt tussen de hormoonconcentraties van geslachtshormonen tussen de man en vrouw?

  Bij de man zijn de concentraties ongeveer hun hele leven gelijk, maar bij de vrouw verandert die tijden de menstruatiecyclus, zwangerschap, na bevalling en de overgang

• Welke hormonen komen vrij bij de productie van spermacellen. En vertel wat die hormonen doen.

  Die ontstaan onder invloed van GnRH uit de hypothalamus maakt de hypofyse FSH en LH aan
  

  • LH stimuleert de cellen van Leydig in de ballen om testosteron te produceren
  • FSH en testosteron stimuleren de sertolicellen in de wand van de zaadbuisjes. Sertolicellen stimuleren vervolgens de vorming van spermacellen

• Hoe begint het menstruatie cyclus en leg uit wat die hormonen doen die vrij komen.

  De menstruatiecyclus begint onder invloed van GnRH uit de hypothalamus produceert de hypofyse FSH en LH
  

  • FSH stimuleert de aanmaak van meer cellen in de wand van de rijpende follikels. De cellen van de rijpende follikels produceren Oestrogeen
  • LH stimuleert de productie oestrogeen en progesteron in het hele lichaam 

• 2.4 Zwanger

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem alle fasen en wat er in die fasen gebeurd bij de embryonale ontwikkeling.

  1. Zygote: de bevruchte eicel ondergaat klievingsdelingen
     
  2. morula: klompje cellen die nog in alle typen cellen kunnen differentieren
  3. blastula: er ontstaat een holte in het klompje cellen. Ontstaat van embryoblast en de trofoblast voor innesteling in het baarmoederslijmvblies, vormt het chorion en wordt later de placenta
  4. in de embryroblast is uit een cellaag tussen de amnionholte en de dooierzak de embryo ontstaan. Het embryo ontwikkelt zich verder tot gastrula en daarna tot neurula