Erfelijkheid - Moleculaire erfelijkheid

3 belangrijke vragen over Erfelijkheid - Moleculaire erfelijkheid

Waar worden enzymen en andere eiwitten gemaakt?

In de ribosomen van een cel. Daar worden aminozuren aan elkaar gekoppeld in een specifieke volgorde.

Op welke manier komt het genotype tot uiting in het fenotype?

Erfelijke eigenschappen komen tot uiting in het fenotype door de aanwezigheid van bepaalde eiwitten (bijvoorbeeld enzymen).
  • Op de plaats van een ingeschakeld gen worden van een van beide nucleotidenketens afschriften van het DNA gemaakt: RNA-moleculen. Dit gebeurt op verschillende plaatsen van verschillende genen in een DNA-molecuul.
  • RNA-moleculen met een genetische code verlaten de celkern via kernporiën.
  • RNA brengt in de ribosomen de eiwitsynthese op gang. De RNA-code wordt vertaald naar een specifieke aminozuurvolgorde.

Wat is het verschil tussen coderend en niet-coderend DNA?

Coderend DNA bevatten "codes" voor eiwitmakende genen.
Niet-coderend DNA bevatten geen codes voor genen die eiwitten maken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo