Startpagina / Samenvattingen / Biologie voor jou 4h leeropdrachtenboek deel b / oog-netvlies-lens

Evolutie - De bouw en werking van het oog

6 belangrijke vragen over Evolutie - De bouw en werking van het oog

Wat is het harde oogvlies?

Een stevige vlies dat het binnenste van de oog bescherming geeft.

Wat is de functie van traanvocht?

Traanvocht wordt geproduceerd door traanklieren. De oogleden verspreiden het traanvocht. Het traanvocht beschermt de ogen tegen uitdroging.

Uit welke lagen bestaat het oog?

De buitenste laag is het harde oogvlies. Deze is wit.
De middelste laag is het vaatvlies. Deze bevat veel bloedvaten en zorgt voor de voeding van een groot deel van het oog.
De binnenste laag is het netvlies. Deze wordt op zijn plaats gehouden door het glasachtig lichaam. In het netvlies liggen de lichtreceptoren die worden geprikkeld wanneer er licht op valt. In deze receptoren ontstaan dan impulsen die via de oogzenuwen naar de hersenen worden geleid.

Hoe werkt de ooglens bij voorwerpen dichtbij en ver weg?

Als je naar een voorwerp in de verte kijkt, zijn de kringspieren ontspannen. De ogen zijn in rust. De lensbandjes worden strak gespannen, waardoor ze aan de oogzenuw trekken. De ooglenzen worden hierdoor platter.
Als je naar een voorwerp dichtbij kijkt, ontstaat er een onscherp beeld op je netvlies. De kringspieren trekken zich samen, waardoor de lensbandjes minder strak gespannen worden. Ze trekken dan minder hard aan de ooglenzen en deze kunnen hierdoor boller worden

Welke 2 soorten lenzen bestaan er?

Bolle (of positieve) lenzen bundelen (convergeren) het licht. Lichtstralen die op deze lens vallen, lopen evenwijdig aan elkaar. De lichtstralen die de lens verlaten, komen bij elkaar in een punt (zie afbeelding). Dit heet het brandpunt.
Holle (of negatieve) lenzen spreiden (divergeren) het licht. De lichtstralen die de lens verlaten, lijken uit 1 punt afkomstig te zijn. Het brandpunt ligt bij holle lenzen vóór de lens.

Wat gebeurt er met licht dat het oog binnenvalt?

Licht dat het oog binnenvalt, gaat in het netvlies eerst door de laag van zenuwcellen heen voordat het de lichtreceptoren bereikt. De impulsen die in de lichtreceptoren ontstaan, worden naar de zenuwcellen geleid. Uitlopers van de zenuwcellen verlaten het oog via de oogzenuw.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Biologie voor jou 4h leeropdrachtenboek deel b | 9789034574251 | Arteunis Bos

Bekijk samenvatting