Startpagina / Samenvattingen / Biologie voor jou 4h leeropdrachtenboek deel b / plas-groeien-bodem

Ecologie - Veranderingen in ecosysteem

3 belangrijke vragen over Ecologie - Veranderingen in ecosysteem

Wat zijn kenmerken van een pionierecosysteem en van een climaxecosysteem?

Kenmerken van een pionierecosysteem zijn:

Sterk wisselende abiotische factoren
Vaak humusarme bodem
Kleine diversiteit aan soorten
Eenvoudig voedselweb
Weinig gespecialiseerde nissen
Geringe biomassa
Productie is groter dan de afbraak
Kringlopen zijn open
Vegetatie is nauwelijks geslaagd

Kenmerken van een climaxecosysteem zijn:

Gematigde abiotische factoren
Humusrijke bodem
Grote diversiteit aan soorten
Ingewikkeld voedselweb
Sterk gespecialiseerde nissen
Grote biomassa
Productie is gelijk aan de afbraak
De kringlopen zijn gesloten
Vegetatie bestaat uit meerdere lagen

Hoe is het verloop van de successie van duinen?

Op een pasgevormd duin verschijnt het eerst biestarwegras, gevolgd door helm. Door deze vestiging, stuift het zand minder vaak weg en komt er meer humus in de bodem. Deze planten worden vervolgens verdrongen door andere soorten kruidachtige planten.
Na verloop van tijd beginnen struiken te groeien (duinstruweel). Ten slotte vestigt zich een duinbos met onder andere berken, wilgen en vlierstruiken. Duinen worden gradiënt-ecosystemen genoemd.

Hoe ontstaat verlanding in een plas?

Aan het begin van de successie groeien waterplanten in een plas, onder moeilijke omstandigheden. Ze moeten drijvend blijven leven. Vanaf de kant kunnen overplanten (riet) de plas in groeien, zo wordt de plas kleiner.
De oeverplanten zorgen ervoor dat de bodem aan de rand van de plas verder wordt opgehoogd. Zo kunnen moerasplanten zich er vestigen. Tot slot zal de bodem zover zijn opgehoogd dat er een broekbos kan groeien met onder andere wilgen en elzen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Biologie voor jou 4h leeropdrachtenboek deel b | 9789034574251 | Arteunis Bos

Bekijk samenvatting