Startpagina / Samenvattingen / Biologie voor jou 4v leeropdrachtenboek deel b / mutatie-fenotype-dna

Genetica - Mutaties

4 belangrijke vragen over Genetica - Mutaties

In welke cellen heeft een mutatie de grootste uitwerking?

Een mutatie heeft de grootste uitwerking in een eicelmoedercel, zaadcelmoedercel, eicel, zaadcel, een zygote of de cel van een embryo. De mutatie zal dan doorgegeven worden aan een groot deel of alle cellen van het organisme. In een lichaamscel heeft een mutatie meestal geen grote uitwerking.

Hoe heet een organisme waarbij een mutatie wel tot uiting komt in het fenotype?

Een mutant. N.B. mensen heten geen mutanten.

Waarom is de kans dat een mutatie tot uiting komt in het fenotype heel klein?

De meeste gemuteerde genen zijn recessief.
Het grootste deel van het DNA is niet-coderend. Een mutatie in niet-coderend DNA heeft zelden grote gevolgen.
Als een cel in coderend DNA voorkomt, komt dit alleen tot uiting als het gen ingeschakeld is.
Een mutatie in een ingeschakeld gen in een lichaamscel is maar één gemuteerde cel.
De kans op verspreiding van de mutatie is klein in een lichaamscel.