Startpagina / Samenvattingen / Biologie voor jou 4v leeropdrachtenboek deel b / temperaturen-dieren-zoogdieren

Ecologie - Individuen - Temperatuur

Q: Welke twee soorten dieren zijn er en hoe is de omgeving van invloed op hen?

Poikilotherme dieren : deze dieren hebben een wisselende lichaamstemperatuur. Deze dieren gedijen het beste bij temperaturen tussen de 0 graden Celsius en 45 graden Celsius. Omdat de enzymactiviteit afhankelijk is van temperatuur, kunnen poikilotherme dieren niet overleven bij hele lage temperaturen. Homoiotherme dieren: deze dieren hebben een constante lichaamstemperatuur. Deze dieren kunnen milieutemperaturen beneden 0 graden Celsius verdragen. Wel moeten deze dieren bij hoge milieutemperaturen hun warmte kwijtraken. Ze hebben daarom bijvoorbeeld grote oren en/of grote poten. Dieren in koude gebieden hebben daarentegen kleine oren en/of poten.

5 belangrijke vragen over Ecologie - Individuen - Temperatuur

Welke twee soorten dieren zijn er en hoe is de omgeving van invloed op hen?

Poikilotherme dieren: deze dieren hebben een wisselende lichaamstemperatuur. Deze dieren gedijen het beste bij temperaturen tussen de 0 graden Celsius en 45 graden Celsius. Omdat de enzymactiviteit afhankelijk is van temperatuur, kunnen poikilotherme dieren niet overleven bij hele lage temperaturen.
Homoiotherme dieren: deze dieren hebben een constante lichaamstemperatuur. Deze dieren kunnen milieutemperaturen beneden 0 graden Celsius verdragen. Wel moeten deze dieren bij hoge milieutemperaturen hun warmte kwijtraken. Ze hebben daarom bijvoorbeeld grote oren en/of grote poten. Dieren in koude gebieden hebben daarentegen kleine oren en/of poten.

Waarom kunnen poikilotherme dieren niet erg actief zijn bij lage temperaturen?

Omdat de enzymactiviteit die nodig is voor het plaatsvinden van chemische processen bij lage temperaturen erg laag is.

Hoe gaan vogels en zoogdieren om met de lage temperaturen in de winter?

Vogels en zoogdieren zijn homoiotherme dieren. Omdat het moeilijk is in de winter om genoeg voedsel te vinden om hun lichaamstemperatuur hoog te houden, trekken veel vogels in de herft naar warmere gebieden. Veel zoogdieren houden een winterslaap.

Hoe kun je aan de bouw van sommige zoogdieren (zoals vossen) zien dat ze homoiotherm zijn?

Homoiotherme diersoorten moeten bij hoge temperaturen warmte kwijtraken. Die dieren hebben grotere lichaamsuitsteeksels. De soorten die bij koude temperaturen leven moeten de warmte juist behouden, door kleinere lichaamsuitsteeksels.

Wat is het grote verschil in leven tussen poikilotherme en homoiotherme dieren?

Pokilotherme dieren moeten leven in gebieden met temperaturen tussen de 0 en 45 graden Celsius. Homoiherme dieren hebben een constante lichaamstemperatuur en kunnen daardoor temperaturen beneden 0 graden Celsius verdragen. (Homoitherme dieren hebben dus ook een groot tolerantiegebied.)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Biologie voor jou 4v leeropdrachtenboek deel b | 9789034574299 | Arteunis Bos

Bekijk samenvatting