Stofwisseling - Dissimilatie - Aerobe dissimilatie van koolhydraten, eiwitten en vetten

6 belangrijke vragen over Stofwisseling - Dissimilatie - Aerobe dissimilatie van koolhydraten, eiwitten en vetten

Sommige mensen eten vanuit een dieetoogpunt geen voedingsmiddelen waar vet in zit meer. Noem een reden waarom dit een slecht idee is. Maak gebruik van de figuur.

Vetten dragen voor een groot deel bij aan de vorming van acetylco-enzym A. Bij een gebrek aan acetylco-enzym A zal de citroenzuurcyclus stoppen en is de energieleverantie afhankelijk van de glycolyse.

Welke stof levert per gram het meeste ATP op en waarom?

Vetten bevatten de meeste energie. Dit komt door het relatief grote aantal waterstofatomen per gram vet.

Wat gebeurt er bij dissimilatie van eiwitten?

Het wordt eerst gezet in aminozuren, die staan een aminogroep af die ammoniak vormt. De overgebleven koolstofketen kan worden omgezet in pyrodruivenzuur, in anzijnzuur of in andere stoffen die in de citroenzuurcyclus verder worden gedissimileerd
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Atleten die zich heel zwaar hebben ingespannen kunnen een ammoniaklucht om zich heen hebben. Leg uit welke soort stof hiervoor verantwoordelijk kan zijn.

Deze atleten hebben waarschijnlijk (veel) eiwitten gedissimileerd. Bij de dissimilatie van eiwitten komt ammoniak vrij. Dit kan vervolgens met het zweet het lichaam verlaten.

Waar in de cel worden vetzuren omgezet in acetylco-enzym A?

In de mitochondria

Bij welk van de drie aerobe dissimilatie komt de meeste energie vrij en waarom?

Bij de aerobe dissimilatie van vetten, dit komt door het relatief grote aantal waterstofatomen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo