Stofwisseling - Organische stoffen - Lipiden

Question

Waar is een lipide (vet) uit opgebouwd?

Answer 1

uit onderandere vetzuren -COOH

Answer 2

vet, geen dubbele binding, meestal vast, ongezond

Answer 3

Olie, een dubbele binding, meestal vloeibaar, gezond

Answer 4

Een vetzuur is verzadigd als de koolstofatomen in de lange keten onderling uitsluitend zijn verbonden door enkelvoudige bindingen. De koolstofketen is dan geheel verzadigd met waterstofatomen.

Answer 5

Een vetzuur is onverzadigd als er tussen de koolstofatomen van de keten één of meer dubbele bindingen voorkomen. Bij meerdere dubbele bindingen spreek je van meervoudig onverzadigd. In de ruimtelijke vorm zit een knik bij iedere dubbele binding.

Answer 6

de structuurformule heeft een gelijkmatige verdeling van elektronen.

maar de zuurgroep is sterk POLAIR

Answer 7

Lipiden met verzadigde vetzuren zijn vetten. Deze zijn meestal vast bij kamertemperatuur. Lipiden met onverzadigde vetten zijn meestal vloeibaar bij kamertemperatuur en worden oliën genoemd.

Answer 8

Een vetzuurmolecuul bestaat uit een lange koolstofketen met aan het eind een zuurgroep. De koolstofketen heeft een gelijkmatige verdeling van elektronen en is polair, maar de zuurgroep is sterk polair.

Answer 9

Fosfolipide. Aan de ene kant van het molecuul bevinden zich de apolaire uiteinden van de vetzuren, aan de andere kant van het molecuul de polaire fosfaatgroep. Ze komen voor in membranen in cellen, o.a. in het celmembraan en in de membranen van het endoplasmatisch reticulum.

Answer 10

Vetachtige stoffen waarvan de moleculen specifieke koolstofringen bevatten, zoals cholestrol. Ze kunnen een rol spelen bij de vorming van celmembranen of functioneren als hormoon.

Answer 11

Door middel van een condensatiereactie waarbij drie vetzuurmoleculen zich binden aan één glycerolmolecuul. Deze zijn apolair, net als andere vetten.

Answer 12

Doordat knikken in de onverzadigde vetzuren een onregelmatige bouw veroorzaken.

Answer 13

De vetzuuruiteinden van de fosfolipiden zijn apolair. Daardoor zijn ze hydrofoob en keren ze zich af van het waterige cytoplasma. Er ontstaat een dubbele laag fosfolipemoleculen met aan de binnenkant de hydrofobe vetzuurketens dicht tegen elkaar en aan de buitenzijde de polaire fosfaatgroep.