Stofwisseling - Regulatie van de genexpressie

25 belangrijke vragen over Stofwisseling - Regulatie van de genexpressie

hoe komen genen tot uiting in het fenotype van een organisme?

genen komen via transcriptie en translatie tot uiting in het fenotype van een organisme. veel genen komen echter alleen onder bepaalde omstandigheden tot uiting. 

Wat gebeurd er als een operator bindt aan een repressor

hierdoor wordt de transcriptie gehinderd. 

Wat gebeurd er als een corepressor zich bindt aan een repressor?

hierdoor kan wel een binding met het enzym worden aangegaan. Dit gebeurd in de lichaampjes van Barr

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom worden introns verwijderd uit het pre- mRNA

ze bevatten geen nuttige informatie en kunnen dus niet verder helpen bij de vorming van nieuw stukken

Hoe kan je het aantal enzymen -galactosidase dat wordt geproduceerd door bacteriën beïnvloeden?

Door lactose aan het medium waarop de bacteriën groeien toe te voegen. Een medium zonder lactose zorgt namelijk voor erg weinig van deze enzymen, maar zodra je lactose toevoegt neemt het aantal van deze enzymen, die lactose splitst in glucose en galactose, snel toe.

Wat zou er gebeuren wanneer het lichaam duizenden verschillende enzymen in grote hoeveelheden tegelijk zou produceren?

De stofwisselingsreacties zouden te snel plaatsvinden. slechts een klein deel van de enzymen die een cel kan vormen wordt dan ook daadwerkelijk geproduceerd. en als een enzym wordt geproduceerd wordt meestal slechts een klein deel van de maximale productie capaciteit van de cel benut.

Wat is enzym inductie? 

Uit onderzoek is gebleken dat als de darmbacterie E. coli op een glucose medium groeit de bacterien slechts kleine hoeveelheden van de enzymen die nodig zijn bij de vertering van lactose produceren. dit geldt met name voor het enzym beta-galactosidase dat lactose splitst in glucose en galactose en voor enkele enzymen die nodig zijn bij de dissimilatie van galactose. maar als galactose aan het medium wordt toegevoegd stijgt de productie van beta galactosidase snel. dit verschijnsel wordt enzyminductie genoemd. lactose is een voorbeeld van een inductor. 

Genexpressie kan worden beinvloed door milieufactoren.

waar vindt RNA- interferentie plaats en wat doet het precies

vindt plaats in zowel prokaryote als eukaryote cellen. Het kan het RNA blokkeren

Welke drie dingen bevinden zich in het DNA van E. Coli?

Drie structuurgenen, de promotor en de operator

Waarvoor coderen structuurgenen?

Structuurgenen zijn genen in het DNA die coderen voor mRNA, tRNA en rRNA, die de eiwitsynthese in de ribosomen reguleren.

Wat voor informatie bevatten structuurgenen?

structuurgenen bevatten de informatie voor de eiwitsynthese in de ribosomen. Langs structuurgenen kan transcriptie plaatsvinden, waarbij mRNA, tRNA en rRNA moleculen worden gevormd. onder invloed van deze RNA-moleculen worden in de ribosomen enzymen en andere eiwitten gesynthetiseerd. Ecoli bezit voor de vertering van lactose drie structuurgenen die naast elkaar in het DNA liggen. 

Waarmee kan een operator een binding aangaan? En wat doet deze binding?

Met een specifiek eiwitmolecuul, een repressor. Dat kan in het DNA-molecuul doordringen, waardoor de transcriptie van de erachter gelegen structuurgenen verhinderd wordt.

onder invloed van wat worden repressoren gesynthetiseerd?

repressoren worden onder invloed van regulatorgenen gesynthetiseerd. 

Wat is een operator en waar bevindt zich deze in een DNA-molecuul?

Een operator is een nucleotidesequentie waaraan een repressor zich kan binden. Een operator bevindt zich ná de promotor, maar vóór de structuurgenen. Als er een repressor gebonden is aan de operator, dan kan de RNA-polymerase niet verder en vindt er geen transcriptie plaats. Als er geen repressor gebonden is aan de operator, dan is de weg  vrij voor de RNA-polymerase en kan transcriptie van achterliggende structuurgenen plaatsvinden.

Welke moleculen reguleren de binding van een repressor aan een operator?

Een repressor kan actief of inactief zijn. De moleculen die dit reguleren zijn de 'inductor' en de 'corepressor'. Als de corepressor zich bindt aan de repressor, dan wordt de repressor actief en gaat hij een binding aan met de operator. De transcriptie wordt dan verhinderd. Als de inductor zich bindt aan de repressor, dan laat de repressor los van de operator. De repressor is dan dus inactief en transcriptie van de structuurgenen achter de operator kan plaatsvinden.

Met welke twee dingen kunnen repressormoleculen bindingen aangaan?

DNA en een inductormolecuul

Wat gebeurt er bij E. coli als er een binding wordt aangegaan tussen een repressor en en indicator?

De repressor laat dan los van het DNA. De operator komt vrij en het RNA-polymerase zorgt voor de transcripte van  de structuurgenen. Hierna worden in de ribosomen enzymen gesynthetiseerd voor de vertering van lactose.

Wat is het lichaampje van Barr?

Een lichaampje van Barr is een gespiraliseerd X-chromosoom. Vrouwen hebben twee X-chromosomen in iedere cel. Vaak is er maar één van de twee chromosomen actief. Het andere chromosoom heeft geen genexpressie omdat het helemaal gespiraliseerd is = lichaampje van Barr.

Wat blijkt uit het feit dat lactose bij E. coli de productie van meerdere enzymen op gang brengt?

Dat de expressie van meerdere structuurgenen tegelijk kan worden beïnvloed.

NB. Vaak liggen deze genen in het chromosoom vlak bij elkaar en vindt transcriptie bij deze genen tegelijk plaats. Een mRNA-molecuul dat hierbij ontstaat, kan in de ribosomen voor de synthese van meerdere enzymen tegelijk zorgen. Deze vlak bij elkaar liggende structuurgenen staan onder invloed van één represoor.

Repressoren kunnen actief of inactief zijn. Waarvan is dat afhankelijk?

De aanwezigheid van inducatoren of corepressoren.

Wanneer worden vooral grote groepen genen tegelijk in- en uitgeschakeld?

Tijdens de embryonale ontwikkeling

Wat kan er geregeld worden door de binding van mRNA aan de ribosomen te activeren of juist te inactiveren? En wat is het effect van het feit dat eiwitten snel na hun synthese veranderingen kunnen ondergaan, waardoor ze actief of juist inactief worden?

Beiden hebben effect op de eiwitsynthese.

Hoe werkt RNAi? Beschrijf het in 5 stappen.

1. RNA wordt gevormd dat bestaat uit een keten die twee sequenties bevat die complementair zijn aan elkaar. RNA kan zich hierdoor opvouwen, en er ontstaat een haarspeldstructuur.
2. Een enzym (Dicer) knipt het haarspeld-RNA in korte stukjes microRNA (miRNA's).
3. 1 van de strengen van miRNA breekt af, andere bindt aan een eiwitcomplex.
4. Het miRNA-eiwitcomplex bindt aan een specifiek doel-mRNA.
5. Het ontstane miRNA-complex voorkomt genexpressie door het blokkeren van de translatie en door het afbreken van het doel.

Waarom wordt gedacht dat RNAi zijn oorsprong vond in de bestrijding van RNA-virussen?

Omdat RNAi de werking van RNA kan blokkeren.

Wat is bij RNA-interferentie het doel-mRNA?

Het doel-mRNA is het mRNA waarvan de genexpressie tegengehouden kan worden door binding van een miRNA-complex.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo