Samenvatting: Biologie Voor Jou Vwo 6 | Gerard Smits
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologie Voor Jou vwo 6 | Gerard Smits
-
1 Stofwisseling
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 Atomen en moleculen
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke bindingen zijn er tussen atomen?
- Covalente binding of Atoombinding: binding tussen elektronen in enkele of dubbele paren.
- Ionbinding: elektronen worden aangetrokken door de positieve kern van een ander atoom, ze komen op een vrije plaats in een schil van dat atoom.
- Covalente binding of Atoombinding: binding tussen elektronen in enkele of dubbele paren.
-
Wat zijn de belangrijkste elementen die er in een mens worden gevonden?
H - Waterstof
C - Koolstof
N - Stikstof
O - Zuurstof
F - Fluor
Na - Natrium
Mg - Magnesium
P - Fosfor
S - Zwavel
Cl - Chloor
K - Kalium
Ca - Calcium
Fe - Ijzer
Cu - Koper
Zn - Zink
I - Jood -
1.1.1 Water
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houdt het in als een molecuul polair is?
Als een molecuul polair is, dan heeft het een positief geladen en een negatief geladen atoom, waartussen het ladingsverschil voldoende groot is. De atomen zijn zodanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd, dat zij elkaars lading niet opheffen. -
Wat betekent het als een stof hydrofiel is?
De stof kan door zijn polariteit of grote polaire groepen, goed met het uit polaire moleculen opgebouwd water worden vermengd. -
Wat betekent het als een stof hydrofoob is?
Apolaire moleculen als moleculen met CH-bindingen, kunnen geen binding aangaan met polaire moleculen, maar wel met apolaire moleculen als bijvoorbeeld oliën en vetten, die uit dezelfde verbindingen zijn opgebouwd. -
1.2.1 Koolhydraten
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke sacharide is sacharose?
Een di-sacharide opgebouwd uit een alfa-glucose- en een fructosemolecuul. -
Welke sachariden zijn amylose / zetmeel en cellulose en hoe ontstaan ze?
Polysachariden.- Amylose ontstaat door condensatiereacties op chloroplasten en amyloplasten in plataardige cellen. Amylose is een bron van opgeslagen energie, cellulose is het hoofdbestanddeel van plantaardige celwand en geeft de vorm aan een plant.
- Amylose ontstaat in dierlijke cellen door polycondensatiereacties in de lever en spieren , waarbij glycogeen gevormd wordt uit alfa-glucose.
- Amylose ontstaat door condensatiereacties op chloroplasten en amyloplasten in plataardige cellen. Amylose is een bron van opgeslagen energie, cellulose is het hoofdbestanddeel van plantaardige celwand en geeft de vorm aan een plant.
-
1.2.2 Lipiden
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke vetzuren of lipiden zijn er in organismen?
- Verzadigd (vast)
- Onverzadigd (oliën)
- Meervoudig-onderzadigde vetzuren (dubbele bindingen - vooral plantaardig)
- Triglyceriden of glycerolesters: een glycerol- met drie vetzuurmoleculen.
- Fosfolipide: een glycerol- met twee vetzuren en fosfor.
- Steroïden: vetachtigen met koolstofringen.
- Verzadigd (vast)
-
1.2.3 Eiwitten (proteïnen)
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Uit welke groepen van moleculen is een eiwit opgebouwd?
- Aminogroep (-NH2 = basisch)
- Carboxylgroep (-COOH = zuur)
- Een centraal koolstofatoom
- Aminogroep (-NH2 = basisch)
-
Welke moleculen bestaan er uit peptidebindingen tussen een aminogroep van een aminozuur en carboxylgroep van een ander aminozuur?
- Dipeptide
- Polypeptide
- Dipeptide
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Biologie Voor Jou Vwo 6
-
Voeding en vertering - Gezonde voeding - Het conserveren van voedsel
-
Voeding en vertering - De verteringssappen
-
Transport - De bloedvaten
-
Transport - De bloeddruk - Regeling van de bloeddruk
-
Impulsgeleiding - Impulsen - Neuronen
-
Impulsgeleiding - Impulsen - Rustpotentiaal
-
Impulsgeleiding - Impulsen - Actiepotentiaal
-
Impulsgeleiding - Impulsen - Impulsoverdracht
-
Impulsgeleiding - De ogen - Lichtbreking door lenzen
-
Impulsgeleiding - De ogen - Het netvlies
-
Impulsgeleiding - Het centrale zenuwstelsel - De hersenen
-
Impulsgeleiding - Het centrale zenuwstelsel - Diepte zien
-
Impulsgeleiding - Het centrale zenuwstelsel - Het ruggenmerg
-
Impulsgeleiding - De spieren - Contractie
-
Impulsgeleiding - De spieren - Houding en beweging