Samenvatting: Biologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologie

  • 1 Anatomie en fysiologie

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • 1.1 De mens als biologisch organisme

  • Hoe zijn alle mensen op een gelijkaardige manier opgebouwd?

    1. Orgaanstelsel
    2. organen
    3. weefsel
    4. cellen
    5. moleculen    
  • 1.2.1 Anatomisch gebieden

  • Verklaar: anterieur, ventraal, posterieur, dorsaal, superieur, inferieur, mediaal

    • Anterieur: voorkant, voor
    • ventraal: de buikzijde
    • posterieur: de achterzijde, achter
    • dorsaal: meer naar de rug gelegen
    • superieur: boven hoger
    • inferieur: onder lager
    • mediaal: (naar) het midden van het lichaam
  • 2 Het zenuwstelsel

  • 2.2 belang van het zenuwstelsel

  • Wat zijn de drie grootste belangen van het zenuwstelsel?

    1. Hogere functies: waarnemen, denken, emoties ervaren, beslissingen nemen
      • psychiatrie
      • neurologie
    2. motoriek
    3. organen besturen
  • 2.3 functies van het zenuwstelsel

  • Wat zijn de drie basisfuncties van het zenuwstelsel?

    • Sensoriële functie: 
      1. het detecteren van informatie via de receptoren
      2. die prikkels naar het ruggenmerg of hersenen sturen
    • Integratieve functie: 
      1. bewerken en bewaren van informatie
      2. beslissingen nemen
    • Motorische functie:
      1. zorgt dat de beslissing uitgevoerd word via het het sturen van prikkels naar de effectoren 
  • 2.4.1 neuroglia

  • Welke soorten gliacellen zijn er?

    • Schwanncellen: 
      • zijn verantwoordelijk voor de myelinisatie van axonen in het perifeer zenuwstelsen
    • Astrocyten:
      • beschermen en ondersteunen de neuronen
      • in stand houden van het extracellulair milieu
      • in stand komen van de bloedhersen barrière
    • Microglia:
      • beschermen tegen indringers
      • ruimen dode neuronen op
    • Ependymcellen:
      • lijnen de ventrikels van de hersenen en het centrale kaneel in het ruggenmerg af
      • productie cerebrospinaal vocht + circulatie van dit vocht 
  • 2.4.2 structuur van de neuronen

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke soorten uitlopers bestaan er?

    • Dendrieten: 
      • vertakken
      • prikkelaanvoeren: vangen prikkels op en voeren het naar het cellichaam
    • axonen/zenuwvezels:
      • niet vertakken
      • prikkelafvoerend: vervoeren prikkels weg van het cellichaam
  • Uit wat bestaan axonen en wat is het voordeel?

    Myeline: opgebouwd uit vooral vetten en eiwitten
    • zorgt voor een snellere geleiding van zenuwimpulsen
    • 'isolatie'
    Knoop van Ranvier: plaatsen waar er geen myelineschede is
    • spronggewijze zenuwgeleiding
    ongemyeliniseerde axonen: minder snelle geleiding van impulsen
    gemyeliniseerde axonen: veel snellere geleiding van zewnuwimpulsen 
  • Welke drie basistypes van neuronen zijn er?

    • Sensorische= afferente= prikkelaanvoerende neuronen
      • prikkel van perifeer zs-> centraal zs
    • Motorische= efferente= prikkelafvoerende neuronen
      • prikkel van centraal zs-> perifeer zs
    • Interneuronen:
      • integreren binnenkomende informatie
      • nemen beslissing waarbij geschikte motorische neuron geactiveerd wordt
    Reflexboog= sensorische neuron+ interneuron+ motorische neuron
  • Welke periodes zijn er tijdens MS?

    • Opstoot: periode waarbij ontstekingen zorgen voor een uitvalverschijnselen
    • remissie (herstel): periode waarbij de ontsteking tot rust komt en de klachten afnemen
  • Wat zijn de meeste voorkomende klachten van MS?

    • Vermoeidheid
    • paresthesieën= gevoelsstoornissen 
    • paralyses= spierzwakte 
    • cognitieve problemen: vertraging in denken, concentratieproblemen, vergeetachtigheid, verandering gedrag, moeite opnemen en opslaan informatie

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart