Bloedvatenstelsel - Weefselvloeistof en lymfe

5 belangrijke vragen over Bloedvatenstelsel - Weefselvloeistof en lymfe

Naast bloeddruk is er nog een tweede kracht aanwezig. Benoem deze en hoe deze kracht tot stand komt.

De colloïd-osmotische druk, wordt veroorzaakt doordat bloedeiwitten in het bloedplasma zorgen voor een osmotische waarde in het bloed. Hoe meer eiwitten aanwezig zijn, hoe hoger de colloïd-osmotische druk.

*Eiwitten worden ook wel colloïden genoemd, vandaar de naamgeving.

Leg uit wat de pijlen betekenen.

Oranje pijl: Bloed komt van een slagader.
Donkerblauwe pijl: Bloed gaat naar ader.

Groene pijlen: Dit is de bloeddruk, bij de eerste pijl is de bloeddruk aanzienlijk hoger dan bij de tweede pijl (lage bloeddruk), dit komt doordat het bloed bij de eerste pijl van de slagaders af komt.

Noem een belangrijke overeenkomst tussen lymfevaten en bloedvaten.

Lymfevaten hebben ook kleppen om terugstromen tegen te gaan.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Noem drie functies van de lymfevaten.

  1. Lymfe kan vette stoffen vanuit de darmvlokken transporteren.
  2. Het lymfevatenstelsel zorgt voor de afvoer van overtollig weefselvloeistof uit alle lichaamsweefsels.
  3. Het lymfevatenstelsel bevat een heleboel lymfeknopen. Hier komen lymfevaten samen. De lymfeknopen zorgen voor de vorming van witte bloedcellen. Deze produceren antistoffen en fagocyteren ziekteverwekkers en celresten.

Waar loopt de lymfe weer terug in het bloed?

Via de linker sleutelbeenader komt de lymfe in het bloed van de bovenste holle ader terecht.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo