Bloedvatenstelsel - Bouw van het hart & hartslag

6 belangrijke vragen over Bloedvatenstelsel - Bouw van het hart & hartslag

Geef van elk onderdeel in het hart of het een dunne of dikke spierwand heeft, waar het bloed vandaan komt en of het bloed er zuurstofarm of zuurstof rijk is.

Wat?           Bloed uit         Zuurstof...?   Spierwand?
Rechter      Onder+bovenste     -arm       Zwak/dun
boezem          holle ader

Linker        Longaders        -rijk                   Zwak/dun
boezem

Rechter     -> longslag-      -arm                 Sterk/dik
kamer              aders

Linker        -> Aorta              -rijk                  Zeer sterk
kamer                                                              /zeer dik

*Spierwand van de linkerkamer is veel dikker als de spierwand van de rechterkamer.

Leg uit waar welke ader vandaan komt of waar ze naartoe lopen.

Aorta: loopt van de linkerkamer naar de rest van het lichaam met zuurstofrijk bloed.

Kransslagader: Vertakking van de aorta en loopt naar de hartspier met glucose- en zuurstofrijk bloed.

Kransaders: Zorgt ervoor dat zuurstofarm bloed van het hart wordt vervoerd naar de onderste holle ader.

Bovenste holle ader: Bloed vanuit het bovenste deel van het lichaam (hoofd en armen) stroomt terug naar de rechterboezem.

Onderste holle ader: Bloed vanuit het onderste deel van het lichaam stroom terug naar de rechterboezem.    

Longslagaders: Zuurstofarm bloed stroomt vanuit de rechterkamer naar de longen.

Longaders: Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit de longen naar de linkerboezem.

Wat gebeurt er met de impulsen die door de bundel van His naar het hartpuntje geleid worden?

De purkinjevezels zorgen er vervolgens voor dat de impulsen over de kamerwanden lopen, waardoor de kamers samentrekken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de invloeden van het parasympatische en het orthosympatische zenuwstelsel op de hartslagfrequentie?

Orthosympatisch: Lichaam is in actieve toestand, de hartslag gaat omhoog.

Parasympatisch: Lichaam is in rust. Minder impulsen worden opgewekt en het hart gaat minder snel kloppen.

Wat bepaald de harstslagfrequentie? Noem drie factoren.

  1. Actief of rust (parasympatisch/ orthosympatisch)
  2. Lichaamsgrootte
  3. Adrenalineconcentratie

Verklaar de letters op de ECG / elektrocardiogram.

PQ-interval: Samentrekken van de boezems.
QRS-interval: Samentrekken van de kamers.
T-top: Hartpauze, diastole, herstel periode van de cellen in het hartweefsel.

Bij een verhoging van S of T, kan er sprake zijn van een hartinfarct.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo