Startpagina / Samenvattingen / Biologie / soort-populatie-voordeel

Bloedsomloop - Belangrijke begrippen - Populatiegrootte

Q: Welke drie symbiotische relaties zijn er?

Mutualisme : Beide soorten hebben voordeel van de samenleving (+/+) Commensalisme : Een individu van het ene soort heeft voordeel, terwijl het andere soort geen voor- of nadeel heeft. (+/0) Parasitisme : Wanneer een individu van de ene soort (parasiet) voordeel heeft en die van de andere soort (gastheer) een nadeel heeft (+/-)

6 belangrijke vragen over Bloedsomloop - Belangrijke begrippen - Populatiegrootte

Noem drie methoden waarop de populatiegrootte kan worden bepaald.

Steekproeven nemen; dieren die veel bewegen.
Gebruik maken van dichtheden; Met organismen die langzaam of niet verplaatsen bv koraal.
Vangen, merken en terugvangen.

Een populatie kan zich op twee manier ontwikkelen via de zogenaamde curve. Benoem de twee curve.

S-curve: Onder normale omstandigheden, met een beperkte hoeveelheid hulpbronnen verloopt de populatiegroei als een S-vormige groeicurve. Hulpbronnen zijn bv voedselbronnen, genoeg ruimte.
J-curve: Als er sprake is van onbeperkte hulpbronnen, bv overschot aan voedsel door nieuwe soort is gaan vestigen, kan dit leiden tot een plaag. --> Exponentiële groei, weergegeven in een J-curve

Hoe ontstaan een afname in populatiegroei bij de J-vormige groeicurve

Het gebeurt door het instorten van de populatie. Door bijvoorbeeld ziekte, snelle toename van het aantal vijanden/concurrenten of als de voedselbronnen tekortschieten wanneer bijvoorbeeld de nieuwe populatie aanvankelijk zeer snel groeit.

Wat remt de toename van een populatie?

Natuurlijke selectie als gevolg van:

Ziekten
Voedselschaarste
Ruimtegebrek voor territoria
Toenemende aantal vijanden

Welke drie symbiotische relaties zijn er?

Mutualisme: Beide soorten hebben voordeel van de samenleving (+/+)
Commensalisme: Een individu van het ene soort heeft voordeel, terwijl het andere soort geen voor- of nadeel heeft. (+/0)
Parasitisme: Wanneer een individu van de ene soort (parasiet) voordeel heeft en die van de andere soort (gastheer) een nadeel heeft (+/-)