Samenvatting: Biologische

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologische

  • College 2

    Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 31/03/2016
    Laat hier meer flashcards zien

  • Functie 2x van celorganellen 4x in soma

    - Energie van neuron verzorgen
    - Aanmaak eiwitten (verantwoordelijk voor transport stoffen, communicatie (hormonen neurotransmitters), structuur cel).

    Eiwitten zijn reeksen aminozuren. DNA in celkern bevat codes voor verschillende aminozuren. Via proces worden deze codes aan elkaar gemaakt worden en uitgelezen worden en als mal gebruikt voor maken van verschillende kopieen van zelfde eiwit.

    Ribosomen (eiwitsynthese) = kopieën van eiwit maken
    Endoplasmatisch reticulum = isolatie + modificatie + transport van eiwitten
    Nucleus = bevat DNA + stuurt celprocessen aan
    Mitochondria = voorzien cel van energie door glucose om te zetten in ATP.
  • 2 Moderne visualisatie technieken

    - Brainbow = alle neuronen een aparte kleur geven --> laat goed zien hoe ze met elkaar verbonden zijn.
    - Clarity = 3D view van hele netwerk brein
  • Celmembraan functie 4x + 2 lagen + passief/actief proces

    - Constant intern milieu houden + Houdt schadelijk stoffen buiten cel + liggen eiwitten in die kanaaltjes vormen die open kunnen om stoffen door te laten + liggen receptoren in waren neurotransmitters zich aan kunnen hechten/ open zetten voor in/uitstroom van stoffen.
    - fosfolipiden = vetmoleculen
    Semi-doorlaatbaar = alleen heel kleine stoffen kunnen door membraan,
    - Passief proces = eiwitten vormen kanalen voor belangrijke stoffen; zuurstof, water, natrium, kalium, etc.
    - Actief proces = voor glucose/bepaalde aminozuren kost het de cel energie om ze te transporteren.
  • 3 typen neuronen gebaseerd op hoe ze informatie/target van neuron krijgen

    - Interneuronen = neuronen verbonden met andere neuronen
    - Sensorische neuronen = input uit omgeving via zintuigen
    - Motorische neuronen = input van andere neuronen en sturen spieren aan

    Functie bepaalt structuur neuron
  • Multipolair vs. unipolaire neuronen

    - Meer dan 1 dendriet en 1 axon uit cellichaam, belangrijk voor integreren informatie. Interneuronen en motorische neuronen zijn multipolair.
    - 1 axon uit cellichaam geen dendrieten maar sensorische voetjes in bijv. huid, sensorische neuron
  • Bloed-hersen barriere + oorzaak

    'Muur' tussen bloedvaten in de hersenen en hersenen zelf
    Afhankelijk van endotheel cellen die wanden vormen. In hersenen heel nauw verbonden waardoor er weinig doorkan.
    Selectief permeabel= passief en actief transport van bepaalde stoffen, maar niet alle stoffen. 

    In hersenen kunnen meeste neuronen niet vervangen worden bij sterfte. Dus bloed hersen barriere is beveiliging tegen virussen/infecties, etc.
  • Neuraal metabolisme = stofwisseling

    Glucose als brandstof
    Veel zuurstof in hersenen nodig voor glucose verbranding
    Glucose kan gesynthetiseerd worden door lever uit van alles
    Vitamine B1 nodig voor glucose gebruik. Niet genoeg = neuronale sterfte.
  • Rustpotentiaal + behouden elektrische gradiënt

    Na+ en K+ zowel binnen als buiten cel
    Meer Na+ buiten dan binnen cel.
    Meer K+ binnen dan buiten cel
    Binnenkant cel relatief negatiever geladen dan buitenkant cel door negatief geladen eiwitten binnen cel.
    Verschil in elektrische lading tussen binnen- en buitenkant cel is +/- -70mV

    Kalium en chloor kunnen door poorten. Na+ poorten zijn gesloten. 
    Natrium kalium pomp (actief transport) sturen 3 natrium uit en 2 kalium cel in  
    --> constant spanningsverschil.
  • Ionen ondervinden 2 krachten

    - Elektrische gradiënt = membraan potentiaal, zorgt dat binnenkant cel negatiever. positief geladen ionen (= natrium + kalium) willen dus cel in bij rust, want aangetrokken door negatief.
    - Concentratie/chemische gradiënt = verschil in concentratie ion binnen vs. buitenkant cel.
    Som van 2 krachten of ion cel in/uit wil. Kalium wil dus cel uit en Natrium cel in tijdens rustpotentiaal.

    K+ wil netto iets meer cel uit dan erin. Want concentratie gradiënt iets sterker.
    Wanneer K+ veel naar buiten dan zal binnenkant negatief worden en wordt K+ terug geroepen door elektrische gradiënt.
    Balans gradiënten = rustpotentiaal
  • Graduele potentialen vs. actiepotentialen

    Verandering elektrische spanning dendrieten en cellichaam = graduele potentialen (gradueel want amplitude/sterkte potentiaal verandering evenredig met prikkelsterkte). EEG meet dit.
    Verandering elektrische spanning langs axonen = actiepotentialen

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Biologische