Introductie - Neuron structuur

15 belangrijke vragen over Introductie - Neuron structuur

Als het gaat om neuronen, waar geloofden we eerst in? Wat werd later aangetoond en welke 3 dingen werden ontdekt?

- We observeerden en geloofden voor het eerst in zenuwnetten/nerve nets = een neuronennetwerk waarvan wordt aangenomen dat het continu is
- Later werd aangetoond dat het niet continu was, maar bestond uit afzonderlijke eenheden die met elkaar waren verbonden dat signalen uitzendt in het zenuwstelsel = neuronenleer/neuron doctrine (ontdekking van Cajal)

Ontdekking van..
- Synapsen
- Selectieve verbindingen die neurale circuits vormen
- Neuronen die gespecialiseerd zijn in het oppikken van informatie (= receptoren)

Een neuron is een semi permeable membraan: sensitief voor stimulatie en het kan selectief ionen in en uitlaten. Welke 3 typen neuronen zijn er?

- Zintuiglijke receptoren = brengen afferente info in het CNS.
- Motorneuronen = brengen efferente info in het CNS om spieren te activeren
- Interneuronen = communicatie tussen verschillende neuronen van verschillende circuits

Er zijn 3 belangrijkste soorten neuronen, geclassificeerd volgens de  manier waarop axon en dendriteiten de soma verlaten: unipolair, bipolair en multipolair. Licht toe

3 belangrijkste soorten neuronen
1. Unipolair neuron = slechts één stengel verlaat de soma (cellichaam) en verdeelt zich in twee takken dichtbij
2. Bipolair neuron = geeft aanleiding tot één axon en één dendritische boom
3. Multipolair neuron = geeft aanleiding tot één axon maar veel dendritische bomen

Opmerking: Meestal sensorische neuronen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Beschrijf de globale structuur van de nucleus door middel van 6 stappen

1. Nucleus = celkern met poriën voor mrna-transport
2. Endoplasmatisch reticulum = productie, opslag en transport van eiwitten. Ruw is proteine productie en glad is lipide synthesis (= storage of proteins)
3. Golgi-apparaat = e.g. Neurotransmitter in blaasjes (= packing proteins for transport)
4. Mitochondriën = energiecentrale (atp: adenosine-trifosfaat). Bevat tevens eigen DNA + reproduceert onafhankelijk van de cel waarin ze zich bevinden
5. Lysosomen = Afvalverwerking
6. Microtubuli = systeem voor transporatie van neurotransmitter door de axon (= transport voor proteines)

Wat bevat een nucleus allemaal? Leg uit door middel van 5 punten

Nucleus bevat
- Chrosomen met DNA.
- Nucleolus = structuur die ribosomen produceert
↳ Ribosomes = produceren eiwitten vertaald uit mRNA.
↳ mRNA = macromolecule die genetische informatie levert voor de synthese van een eiwit van een deel van het chromosoom naar een ribosoom
- Eiwitten/proteinen = zorgen voor celstructuur en dienen als enzymen (=en molecuul dat een chemische reactie regelt)

Wat houdt het genoom in? En weet je nog een ander kenmerk?

Genoom = opeenvolging van nucleotidebasen op de chromosomen die de informatie leveren die nodig is om alle eiwitten te synthetiseren die door een bepaald organisme kunnen worden geproduceerd → later werd MRNA opgenomen
- Het aantal genen correleert niet met de complexiteit van een organisme, maar met de hoeveelheid niet-eiwit coderend (non-protein-encoding), DNA doet dat

Niet-eiwit coderend DNA kan worden getranscribeerd in niet-coderend RNA (ncRNA). Functies van ncRNA zijn.. (vul 2x aan)

- Het is een van de componenten van moleculen die spliceosomen worden genoemd --> wanneer DNA wordt getranscribeerd naar mRNA krijg je aanvankelijk ''te veel informatie''. Spliceosomes snijden, delen, gooien ze weg en plakken ze weer aan elkaar totdat het overgebleven stuk mRNA de informatie bevat die nodig is voor de productie van een bepaald eiwit.
- Het hecht zich ook aan en modificeert eiwitten die genexpressie reguleren

We hebben het over de transport binnen een neuron. Wat gebeurt er als je een neuron blootstelt aan een detergent? Wat is hierbij acoplasmatisch transport? Beschrijf ook wat tevens betrokken is bij de transport in de cel

- Als je een neuron blootstelt aan een detergent, lossen het lipidemembraan en het inwendige/interior op en laat het alleen het een cytoskelet over.
- Cytoskelet = Cohesieve massa die een cel zijn vorm geeft, bestaande uit microtubuli en andere eiwitvezels  --> de microtubule zijn ook betrokken bij het transport van stoffen in de cel
↳ Axoplasmatisch transport = een actief proces waarbij stoffen worden voortgestuwd langs microtubuli die over de lengte van het axon lopen

We hebben het over de transport binnen een neuron.  Leg het verschil uit tussen anterograde versus retrograde en hoe dit wordt gedaan

Anterograde versus retrograde
- Anterograde = beweging van soma naar eindknoppen
↳ dit wordt gecompleteerd door moleculen die kinesine worden genoemd: ze hechten zich vast aan het item dat moet worden vervoerd in het cellichaam en lopen door de microtubule naar zijn bestemming (onderweg wordt energie geleverd door mitochondriën)
- Retrograde = beweging van de eindknoppen naar de soma
↳ gedaan door dyedine-eiwitten op een vergelijkbare manier = half zo snel als anterograde

Wat vormen neuronen en wat is een kenmerk? Wat is het belangrijke neuroon?

- Neuronen vormen slechts de helft van het CZS-volume, de rest is een verscheidenheid aan ondersteunende cellen
- Kenmerk = neuronen hebben een hoog metabolisme, maar kunnen geen voedingsstoffen opslaan, dus moeten ze daarmee worden voorzien, anders sterven ze.
Belangrijkste = gliacellen

Leg uit wat de bloedbrein barriere inhoudt, wat het doet & waarom en een kantpunt.

Bloed-hersenbarrière (BBB) = selectief permeabel hersenmembraan gemaakt van capillaire wanden, transporteurs zijn nodig om stoffen te laten passeren

Waarom =
Het maakt het gemakkelijker om de delicate samenstelling van neurale stoffen en het extracellulaire vocht dat hen omringt te reguleren
--> dit evenwicht verliezen = verstoorde hersenfuncties

Kantpunt = Er zijn echter meer doorlaatbare delen van de hersenen, zoals het gebied postrema welke braken controleert en dus in staat moet zijn zijn om giftige chemicaliën in het bloed te detecteren (maar een barrière eromheen voorkomt dat het zich in de hersenen verspreidt)

Noem 2 kenmerken m.b.t de sodium-kalium pomp

- Het membraan zelf is ook meer doorlaatbaar voor K+ (kalium) dan NA+ (natrium)
- De meeste cellen van het lichaam hebben deze transporters in hun membraan + ze gebruiken tot 40% van de metabole bronnen van neuronen (ATP)

Noem 3 kenmerken m.b.t het ion kanaal

- Ionenkanalen verschaffen een opening waardoor ionen de cel kunnen binnenkomen of verlaten (e.g. een natriumkanaal)
- De doorlaatbaarheid van een membraam wordt bepaald door het aantal open ionenkanalen
- veroorzaakt het proces dat een actiepotentiaal is

Leg uit wat het alles of niets principe is met neuronen en waar veranderingen in kracht door komen

Alles of niets principe = neuronen vuren of ze vuren niet + het vuurt elke keer met dezelfde potentie + tot het einde.

Veranderingen in kracht komen van:
1. De frequentie van het afvuren (vuursnelheid) = tariefwet/rate law
2. Het aantal neuronen dat vuurt

Het actiepotentieel reist langs een gemyeliniseerde axon door saltatorische geleiding. Wat houdt dit in? Dit heeft twee voordelen ten opzichte van een tijddomino-effectgeleiding zonder myeline. Licht toe

Saltatorische geleiding/conduction= Het actiepotentiaal springt van het ene knooppunt van Ranvier naar het volgende, word opnieuw geladen

Dit heeft twee voordelen ten opzichte van een domino-effectgeleiding zonder myeline:
1. Na+ kan nu alleen bij de knooppunten binnenkomen, dus er komt minder binnen = gemyeliniseerde axonen besteden minder energie aan het handhaven van het natriumgehalte
2. Transmissie tussen knooppunten verhoogt de geleidingssnelheid (vergeleken met passieve geleiding) → maar op deze manier vervalt het signaal sterk met de afstand (afnemende geleiding)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo