Perception & vision - Hogere order verwerking
6 belangrijke vragen over Perception & vision - Hogere order verwerking
Waar vindt hogere-order verwerking plaats?
De visuele associatiecortex bevat twee analysestromen (na gebied v4 in splitsingen in deze twee). Licht deze stromen toe, waar het naar toe gaat en waarvoor het is
--> voor = ruimtelijk bewustzijn, bewegingsperceptie & visuomotorische coördinatie (where-stream)
2. Ventrale stroom = naar de inferieure temporale cortex -> ontvangt voornamelijk input van: 50% magnocellulair systeem & 50% parvo & koniocellulaire systemen van de LGN van de thalumus
--> voor = het verstrekken van informatie over grootte, vorm, kleur en textuur van objecten (welke stream)
Welke regies zijn er in de dorsale stroom (where & how). Waar is hierbij lateraal en ventraal, ventraal en mediaal, anterior én ten slotte caudaal voor?
- Ventraal (VIP) en mediaal (MIP) = visuele controle van het vastgrijpen en wijzen
- Anterior (AIP) =grijpen en manipuleren met de handen
- Caudaal (CIP) = diepte perceptie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Als we het hebben over de kleurwaarneming van de ventrale stroom: benoem 3 punten hoe dit in zijn werk gaat en wat schade veroorzaakt in een bepaald gebied
- Neuron in V2 stuurt informatie naar V4 waar de kleuren die we waarnemen worden gecompenseerd voor de lichtbron (voor kleurconsistentie)
* Schade aan V2/V4 (V4 stond in hc) = verminderde kleurconstantie
- Area in V8 is voor perceptie van kleur
* Schade aan v8 = cerebrale achromotopsie (= verlies van kleurenzicht & kleurgeheugen en verbeeldingskracht zonder verlies van gezichtsscherpte)
Als we het hebben over de vorm/objectherkenning & perceptie door de ventrale stroom. Waar sturen orientatie en ruimtelijke frequentiegevoelige neuronen hun info naar toe? Wat doen neuronen in de V2? Waar leidt schade toe? Wat bevat de ventrale stroom? Waar leidt schade toe?
- Neuronen in V2 sturen informatie naar het einde van de ventrale stroom waar analyse van vorm en kleur wordt samengesteld en waarnemingen van 3D-objecten en achtergronden worden bereikt.
* Schade = apperceptie agnosie (= het onvermogen om objecten te herkennen door individuele elementen te combineren, hoewel basale functies zoals gezichtsscherpte, kleurwaarneming enz. intact zijn).
- Ventrale stroom omvat het fusiform face area waar we gezichten herkennen
* Schade = prosopagnosie (= het onvermogen om gezichten te herkennen op basis van alle visuele elementen)
Waar vindt bewegingsherkenning door de dorsale stroom plaats? Waarmee is area V5 verbonden? Waar leidt schade toe? En hoe is een aangrenzend gebied van v5 genoemd en wat is de functie?
- gebied v5 is verbonden met de thalumus door zeer sterk gemyeliniseerde axonen om informatie over beweging zo snel mogelijk door te geven
--> beschadiging (laesies) = akinstopsie (= problemen met het waarnemen van bewegingen)
- een aangrenzend gebied aan v5 genaamd gebied MST is belangrijk voor optic flow = een visuele stroom van informatie rond een centrum van expansie (iets dat in focus blijft) -> vertelt je waar je naartoe gaat
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden