Hoe we begrijpen

9 belangrijke vragen over Hoe we begrijpen

We begrijpen woorden aan de hand van 5 soorten effecten: fonemisch herstel effect, woordsegmentatie, woord superioriteitseffect, woordfrequentie effect en het lexicale ambiguiteit + betekenis dominantie effect.

Leg uit wat het woordfrequentie effect inhoudt. Noem tevens 2 opmerkingen

Woordfrequentie-effect = het corpus van ons taalkundige lexicon zijn de woorden die het meest worden gebruikt in de dagelijkse taal
→ bij lexicale beslissingstaken zijn beslissingen sneller wanneer woorden hoogfrequent zijn dan dat ze laagfrequent zijn.
→ Ook getest met oogbewegingen (aangezien je niet aan iemand kunt vragen welk woord ze jou beter kennen, weet iets of je weet het niet) & woordfixatie. We fixeren langer omdat woorden minder vaak voorkomen

We begrijpen woorden aan de hand van 5 soorten effecten: leg uit wat het lexicale ambiguiteit + betekenis dominantie effect inhoudt. Je kan twee dingen hebben: gebalanceerde dominantie en bevooroordeelde dominantie. Licht toe

Lexicale ambiguïteit & betekenis dominantie = met woorden die verschillende dingen kunnen betekenen, dan kan je twee dingen hebben:
1. Gebalanceerde dominantie = beide betekenissen hebben dezelfde frequentie (bijv. Pitcher voor container & honkbal)
2. Bevooroordeelde dominantie = de ene betekenis heeft een hogere frequentie dan de andere (bijv. Tin voor metaal > tin voor container)

Lexicale ambiguïteit & betekenis dominantie = met woorden die verschillende dingen kunnen betekenen, kan je twee dingen hebben:  1. gebalanceerde dominantie  en 2. bevooroordeelde dominantie. Welke twee dingen betekent dit voor het fixatie effect?

Voor het fixerende effect betekent dit dat
1. Er is geen effect wanneer de dominante betekenis wordt geïmpliceerd door de zin

- bijv. de mijnwerkers gingen naar de berg om tin te zoeken (controle: goud)

2. Er is een lange fixatie als de niet-dominante betekenis wordt geïmpliceerd door de zin
- bijv. de mijnwerkers gingen de winkel in om bonen in een blik te kopen (controle: beker). Dus tin> beker.

--> De snel teruggewonnen betekenis (bijvoorbeeld tin als metaal) zal de mentale toegang tot de langzaam teruggewonnen betekenis vertragen (bijvoorbeeld tin als container), maar niet omgekeerd
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

We kunnen zinnen begrijpen aan de hand van semantiek en syntax. Leg het verschil uit en licht toe of het onder wernicke of broca valt

Semantiek = de betekenis van woorden en zinnen (wernicke gebied in de hersenen)

Syntax =
de regels voor het combineren van woorden in zinnen (broca-gebied in de hersenen)

Grammatica kan geleerd worden op twee manieren. Licht de 2 manieren toe hoe wetenschappers ernaar kijken

1. Behavioristische kijk (Skinner) = woordketengrammatica → grammatica is louter aangeleerde (geconditioneerde) relaties tussen woorden om ervoor te worden beloond

2. Cognitieve visie (Chomsky) = fase structuur grammatica. Er is een generatieve, aangeboren grammatica en er zit een structuur in.

Volgens de cognitieve visie van Chomsky is grammatica van de zinsopbouw (aangeboren plek die voor taal is). Noem 3 argumenten van Chromsky die hierbij passen

- Je kan zeggen of nooit eerder voorkomen zinnen juist zijn of niet. We weten waar die zinnen toe behoren (zelfstandig naamwoord, werkwoord)
- Je kan ingesloten zinnen met '' afhankelijkheden op lange afstand '' begrijpen
- Om een ​​taal te leren hebben kinderen alleen een sociale context nodig, geen bekrachtiging (ook wel conditionering genoemd)

--> combinatie van deze argumenten had ertoe geleid dat psychologen de mening van Chomsky steunden


er zijn 2 benaderingen van syntaxis en semantiek die samengaan: de syntaxis first benadering en de interactionalistische benadering. Licht toe wat dit inhoudt en wat het bewijs is

1. Syntaxis-first benadering = de grammaticale structuur of een zin bepaalt de verwerking
↳ bewijs = late closure in garden path zinnen

2. Interactionistische benadering = ze beïnvloeden allebei de verwerking terwijl men een zin leest
↳ bewijs = visuele wereldparadigma is dat je deelnemers een visuele scène laat zien, vertelt wat ze moeten doen, waarna je oogbewegingen registreert. Zie foto!

Hoe we tekst en verhalen gebruiken kan door middel van coherentie, het situatiemodel en top down inferenties. Er zijn 3 typen inferentie: anaforische inferenties, instrumentale inferenties en causale inferenties. Leg het verschil uit

Anaforische inferenties = verwijzingen terug naar een specifieke persoon met behulp van voornaamwoorden
e.g. ''Bob ging naar de kapper. Hij ging toen naar de tandarts''. Bob = hij.

Instrument-inferenties = het voorbeeld van Shakespeare, we weten met welk instrument wordt geschreven

Causale inferenties =
''Kim nam een ​​aspirine, haar hoofdpijn verdween''' ---> we koppelen aspirine aan het verdwijnen van hoofdpijn

Wat houdt de sapir-whorf hypothese in?Noem 2 punten bewijs en 1 punt tegenbewijs.


Sapir-Whorf hypothese = onze gedachten worden gevormd door de categorieën van onze taal
↳ bewijs =
* Soorten cijfers en kleuren (e.g. IJsland heeft verschillende namen voor wit)
* Dezelfde taal heeft unieke woorden (bijv. Nederlands heeft het woord ''gezellig'')
↳ tegenbewijs = er worden voortdurend nieuwe woorden gecreëerd om de uitdrukking van gedachten te accommoderen

---> Moderne cognitief psychologen geloven dat hun taal verschillende rijken zijn of juist samenwerken

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo