Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Biomedisch 1A / atp-lengt-myosine

CO 2 Skeletspieren : Spiercel en spiercontractie

5 belangrijke vragen over CO 2 Skeletspieren : Spiercel en spiercontractie

Hoe heet het enzym in myosinekop wat ATP splitst?

Myosine-ATPase

Hoe wordt de hoeveelheid aanwezige ca2+ -ionen bepaald tijdens de 4 fases van contractie?

Hoeveelheid kracht die door de spier geleverd wordt (en adh daarvan bindingsplaatsen op actine bepaald en dan buiging van myosinekoppen)
Door frequentie van actiepotientiaal, níet sterkte actiepotentiaal

Verschil in lengte en doorsnede van spieren (sarcomeren)

Gelijke lengte (dikste kan meer kracht leveren, evenveel verkorten)
Gelijke doorsnede (evenveel kracht, langste kan meer verkorten, langste over grotere afstand optimale lengte)

Welke spiercellen nemen af bij atrofie?

In parallel geschakelde spiercellen.

Sliding Filament theorie --> rol van calciumionen en ATP bij spiercontractie

Theorie waarin beschreven staat hoe de filamenten langs elkaar geleiden.

Calciumionen: Calcium bind zich aan troponine. Als dit is gebeurd is er plaats voor myosine (Depressie (ontremming)). Myosine kan nu dus aanhechten en een cross bridge maken.

ATP: Als een myosine kopje moet buigen kost dit ATP. Dus voor een spiercontractie is energie
nodig.
Er is ATP, de myosine kop laat los en laat P achter. Hij gaat dus verder met ADP.
Vervolgens hecht hij zich weer aan met ADP en komt hij weer samen met ATP.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Biomedisch 1A

Bekijk samenvatting