Factoren van cardiac output

16 belangrijke vragen over Factoren van cardiac output

Welke factoren bepalen de cariac output van het geisoleerde hart.

-de hartfrequentie
-de contractiliteit
-de voorbelasting, P-ra, druk rechter atrium
-de nabelasting, P-ao, druk aorta

Wat zorgt voor een draaiing van de veneuze hartcurve.

De curve draait naar links als er verhoging is van de contractiliteit (door hormonen of zenuwen.parasympaticus of sympaticus).

Wat gebeurt er als hartcellen dood gaan.

Er komen geen nieuwe, wel worden andere groter door meer sarcomeren in de breedte of lengte. Dat heet hypertrofie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het verschil tussen de veneuze hartcurve in vivo en in vitro.

De veneuze hartcurve in vivo begint bij een negatieve druk. Dit komt omdat er een negatieve intrathoracale druk is t.o.v. de buitendruk.
Als je inademt neemt de intrathoracale druk nog meer af en verhoog je dus de cardiac output bij dezelfde P-ra(voordruk)

(Beademen met tube in luchtweg zorgt voor verhoging intrathoracale druk en zorgt dus voor minder cardiac output. Daar moet men dus op letten) 

Teken de arteriele hartcurve en welke grootheden staan op  x en y-as.

Bij een afnemende P-ao (nabelasting) neemt de cardiac output af, maar hij blijft heel lang vrijwel gelijk (horizontale lijn) voordat hij afneemt.
Bij een slecht hart is dat niet zo en neemt de cardiac output wel geleidelijk af als de P-ao toeneemt.

Wat is spanningsloos en spanningsgevend volume.

Dat is de volumetoename waarbij er nog geen "tegendruk"is en waarbij dat wel zo is.
(In levend materiaal altijd spanningsgevend volume.)

Wat gebeurt er na hartstilstand en reanimatie.

Na een hartstilstand stroomt het bloed nog 6 minuten door als gevolg van het nog aanwezige drukverschil. Reanimeren doe je dus ongeveer 6 minuten. Het kost ook tijd nadat je begint met reanimeren voordat je genoeg druk opbouwt om weer doorstroming van het bloed te krijgen.

Teken de veneuze vaatfunctiecurve en wat staat er op de x en y as.

Op de x -as stat de veneuze return. Het bloed dat terugkomt per minuut.
Op de y-as staat de P-ra(de voorbelasting).
Deze curve geeft aan wat er met de P-ra gebeurt als de cardiac output veranderd. Dus hoe harder het hart pompt, hoe lager de P-ra. Immers het hart pomp bloed weg bij het rechter atrium en verlaagt daarmee daar de druk.

Hoe ziet de veneuze vaatcurve eruit als je de assen omdraait.

De bepalende as (hier de veneuze return) (normaal op de x-as) wordt dan ineens de y-as. Op de x-as staat dus eigenlijk de afhankelijke P-ra. Dit doe je omdat je dan de veneuze vaatcurve en de hartfunctiecurve in dezelfde grafiek kan zetten.

Hoe verschuift de veneuze vaatfunctiecurve en waardoor.

De vaatfunctie wordt bepaald door;
-de vaatweerstand
-de compliantie van de bloedvaten, (delta volume/delta druk)
-het bloedvolume
Dus;
compliantie verhogen, bij dezelfde  P-ra een lagere cardiac output. 
compliantie verlagen, bij zelfde P-ra een hogere cardiac output.
bloedvolume verhogen, bij dezelfde P-ra een hogere cardiac output.
Bloedvolume verlagegen, bij zelfde P-ra een lagere cardiac output.

Hoe draait de veneuze vaatfunctie en waardoor.

Door verminderde weerstand draait de veneuze vaatcurve naar rechts.
Zie het zo; Als je bij dezelfde cardiac output  kijkt dan is de P-ra hoger.
Als de weerstand in het systeem minder is geworden zal de druk aan het eind van het systeem (de P-ra) hoger zijn en dat vindt je bij de curve die naar rechts is gedraaid.

Teken de arteriele vaatfunctie en wat staat er op de x en y as.

De P-ao (nabelasting) loopt op als de cardiac output oploopt. De curve draait als de wrijving van het stromende bloed verandert.

Teken de curves van hart en vaten veneus, met op de x-as de P-ra en op de y-as de cardiac output.

Ze kruisen elkaar in het veneuze werkpunt.

Teken de curves van hart en bloedvaten arterieel

Ze kruisen elkaar in het arteriele werkpunt.

Wat gebeurt er bij dynamische inspanning met de (veneuze) vaatfunctie(curve)

Die verschuift naar rechts en draait naar rechts.
De verhoging in cardiac output bij dezelfde P-ra is voornamelijk het gevolg van veranderingen in de systeemcirculatie !!

Waardoor wordt de afstelling van de hart en vaatcurven geregeld.

De neuro-humorale sturing bepaald de afstemming van de 5 basisvariabelen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo