Startpagina / Samenvattingen / Class notes - biomedisch onderzoek / respons-middelen-nurture

Respons variabiliteit

5 belangrijke vragen over Respons variabiliteit

Welke bronnen zijn er t.a.v. variatie in respons op medicatie

Er zijn;
farmacodynamische factoren; wat doet geneesmiddel met lichaam
farmacokinetische factoren; wat doet lichaam met geneesmiddel

De oorsprong voor variatie in de respons kan nature of nurture zijn.

Hoe kun je de aanwezigheid van receptoren in het lichaam onderling zien en wat kun je met dat model

Je kunt het zien als een soort sterk vertakt wortelgestel, waarbij bepaalde receptoren dicht bij elkaar liggen en op elkaar lijken en andere in een heel andere "branch" zitten en totaal verschillen. Met dit model kun je verklaren hoe middelen op verschillende receptoren tegelijk kunnen werken als die veel op elkaar lijken.

Welke factoren bepalen de werkzaamheid van een middel.

De klaring van het lichaam van die stof.
De concentratie die de stof moet hebben om werkzaam te zijn.
De genetische aanleg voor gevoeligheid voor die stof
De nurture bepaalde gevoeligheid voor die stof

Wat kun je zeggen t.a.v. de zwarte en witte bevolkingsgroep t.a.v. response op diuretica en op Ca-blokkers

De zwarte bevolking reageert sterker op diuretica en de witte op Ca-blokkers.

Wat kun je zeggen n.a.v. de rattenproef t.a.v. response op een geneesmiddel.

Genetisch identieke ratten (vrijwel identiek) laten toch een duidelijk verschillend reactiepatroon zien t.a.v. de ene groep middelen en de andere groep middelen. Dit wijst erop dat er ook nurture invloeden moeten zijn die response op groepen middelen bepalen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

biomedisch onderzoek

Bekijk samenvatting