Samenvatting: Biomedische Wetenschappen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biomedische wetenschappen
-
1 Zenuwstelsel
Dit is een preview. Er zijn 28 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Geef het nederlandse begrip voor: smooth muscle tissue
Spierweefsel -
Geef het nederlandse begrip voor: Loose connective tissue
Los bindweefsel -
Geef het nederlandse begrip voor: Nervous tissue
Zenuwweefsel -
Wat houdt ISV en VASC juist in?
Beide zijn een onderdeel van ECV
ISV = vloeistof tussen ISV en ECV
VASC = bloedvaten -
Geef het percentage van ICV, ECV en VASC in het lichaam.
ICV: 40%
ECV: 20% (ISV: 15% en VASC: 5%) -
Geef voor de ICV en ECV 5 grote verschillen in de ion-samenstelling
- ICV bevat vooral het kation K+
- ICV bevat vooral als anion proteïnen
- ECV bevat als kation vooral NA+
- ECV bevat als anion vooral Cl-
- ECV bevat CA2+ en ICV bevat dit niet
- ICV bevat vooral het kation K+
-
Waarom is het membraan zo ingedeeld qua ionen?
Om een constante rustpotentiaal te bekomen. -
Geef 2 soorten veranderingen in de membraanpotentiaal en leg deze kort uit (+ geef een vb van elk).
- Plaatselijke potentialen: deze is over een kleine afstand van de prikkel zichtbaar en is een reactie dat in alle celtypes voorkomt op een prikkel. Dit is wel een te klein gebied om grote cellen te depolariseren. VOORBEELD: kliercellen
- Actiepotentiaal: dit gebeurd over een gans plasmamembraan van grote cellen en heeft nood aan exciteerbare membranenen. VOORBEELD: skeletspieren
- Plaatselijke potentialen: deze is over een kleine afstand van de prikkel zichtbaar en is een reactie dat in alle celtypes voorkomt op een prikkel. Dit is wel een te klein gebied om grote cellen te depolariseren. VOORBEELD: kliercellen
-
Wat is "faild initiations"?
Dit is indien treshold niet wordt bereikt. -
Juist/fout: actiepotentiaal berust op een alles of niets principe?
Juist
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden