Samenvatting: Bivariate En Multivariate Statistiek Met R Een Open Leerpakket | 9789038219127 | Sven de Maeyer, et al

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 56 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bivariate en multivariate statistiek met R een open leerpakket | 9789038219127 | Sven de Maeyer; Liesje Coertjens; Jan Ardies

  • 1 De keuze van de meest gepaste analysetechniek

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke stappen onderneem je om van een onderzoeksvraag tot de keuze van de juiste analysetechniek te komen?

    Stap 1: Opmaken variabelen vanuit de onderzoeksvraag en nagaan wat hun meetniveau is. 

    Stap 2: Nagaan wat de afhankelijke en onafhankelijke variabelen zijn uit de onderzoeksvraag

    Stap 3: Nagaan wat de verbanden zijn tussen variabelen (eenvoudig/ complex causaal of niet causaal verband). 

    Stap 4: Keuze uit de analysetechnieken van de juiste tabel bij een niet causaal verband: niet dependent, bij een causaal verband met één onafhankelijke variabele: bivariate, bij een een causaal verband met meer dan een onafhankelijke variabele multivariate
  • Marcel doet onderzoek naar kenmerken die de mate waarin werknemers samenwerken (schaalscore) in organisaties beïnvloeden. Uit de literatuur leert hij dat het aantal jaren werkervaring, de soort functie van de werknemer ("middenkader", "operator","managementfunctie") en zijn motivatie (schaalscore) een rol spelen. Bovendien zou het effect van motivatie anders zijn naargelang het aantal jaren werkervaring.Welke analysetechniek moet Marcel gebruiken om deze hypothese te onderzoeken? (GISCORRECTIE! -0,63 punten bij een foutief antwoord)

    Er zijn drie onafhankelijke variabelen waarvan 1 kwalitatief (functie) en 2 kwantitatief (werkervaring en motivatie)
    Er is een interactie effect tussen motivatie en jaren 
    De afhankelijke variabele is kwantitatief (mate van samenwerking)

    Het gaat hier dus om een meervoudige regressie met dummyvariabelen
  • Jerich vraagt zich af of het klopt dat schoolcultuur (gemeten a.d.h.v. een schaalscore) beïnvloed wordt door de grootte van de school. Hij verdeelde scholen daarbij in drie groepen ("klein", "middelgroot","groot").Welke analysetechniek moet Jerich gebruiken om deze hypothese te onderzoeken?

    Er is 1 kwalitatieve onafhankelijke variabele namelijk schoolgrootte met drie categorieën 
    De afhankelijke variabele is kwantitatief

    Het gaat hier dus om een anova
  • 1.1 Identificeren van variabelen en hun meetniveau

  • Hoe worden de meetniveaus van variabelen grafisch weergeven in een causaal verband?

    Een kwalitatieve variabele met twee categorieën wordt getekend door twee blokjes;
    Een kwalitatieve variabele met meer dan twee categorieën wordt getekend door drie blokjes;
    Een kwantitatieve variabele wordt getekend door één blokje.
  • 1.2 Verbanden tussen variabelen

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is een controle en interactie variabele?

    Controle variabelen -> deze variabele neem je mee in je analyse wanneer je weet dat dit ook effect heeft. Om oneigenlijke verbanden uit te sluiten wordt dit getoetst.
    -> in vraag 'ongeacht ....'

    Interactie variabelen -> wanneer je het effect van twee variabelen samen op de afhankelijke variabele wil weten (bijvoorbeeld IQ + uren gestudeerd) 
    -> in vraag 'rekening houdend met.....'
  • 2 Kruistabellen

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • 2.1 De onderdelen van een kruistabel

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de berekening van de chi2 toets?

    Invullen volledige tabel
    Berekenen kolom en rij % t.o.v. Totaal
    Berekenen feitelijke  waarden kolom%* rij%  per celinhoud

    Chi2 berekenen:
    (Feitelijke waarden-geobserveerde waarden)^2/ feitelijke waarden

    Dat doe je per celinhoud

    Alles optellen = chi2 (=x)
  • Doe de nodige analyses om de volgende onderzoeksvraag te beantwoorden: Heeft de functie van leerkrachten ('Functie') een invloed op de stress die leerkrachten ervaren tijdens een doorlichting ('StressTijdens')?  Zorg ook voor een gepaste visualisatie.Kopieer in het vak hieronder alle relevante output uit de console nodig om deze onderzoeksvraag te beantwoorden (zowel de commando’s die je aan R gaf als de output van deze commando’s).

    Onafhankelijke variabele: categorische variabele (2 cat.)
    Afhankelijke variabele: categorische variabele (5 cat.)

    => kruistabel (met variabele 'Functie' in de kolommen)
  • 2.2 Statistische afhankelijkheid opsporen

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het stappenplan om associaties op te sporen middels een kruistabel?

    - Wat is de onafhankelijke variabele
    - Onafhankelijke variabele in kolommen en de afhankelijke in de rijen
    - Bereken de kolompercentages 
    - Vergelijk de % van alle groepen van de onafhavar binnen elke categorie van de afhavar
    - Zet ook het aantal respondenten onder de groepen n=
  • Waarom wordt in de analysetechniek van kruistabellen gebruik gemaakt van een vergelijking met kolom%

    Omdat het totaal% niet de mogelijkheid biedt om subgroepen onderling te vergelijken. Kolom% geven een weergave van de onafhankelijke variabele. Het is daarom interessant om naar die groepen te kijken middels% om onderlinge vergelijkingen te maken
  • Waar kan middels een kruistb analyse uitspraak over gedaan worden aangaande de richting en aard van een verband?

    Vanaf een ordinale variabele

    Richting van een verband kan zowel positief als negatief zijn. Positief is wanneer beide variabele oplopen. Negatief is wanneer respondenten juist hoog op 1 variabele score en laag op de tweede 

    Aard van een verband: 
    lineair (%veranderen in consistente richting), curvi lineair (wel in eenzelfde richting, maar quasi-consistent), kan ook geen patroon hebben
LET OP!!! Er zijn slechts 56 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Bivariate En Multivariate Statistiek Met R Een Open Leerpakket