Samenvatting: Bjzondere Farmacologie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bjzondere farmacologie

• H1 perifeer zenuwstelsel - vragen

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/05/2018
  Laat hier meer flashcards zien

• Indicaties parasympaticolytica (muscarine antagonisten)

  • Anesthesie: premedicatie --> anesthetica zorgen voor cardiovsculaire depressie, door eerst muscarine antagonisten te gebruiken: effect is minder
  • Spasmen tegengaan (--> inhibitie motiliteit)
  • Braken tegengaan
  • Oogonderzoek (want mydriasis)
  • Intoxicatie met cholinesterase inhibitoren (vb. fosfaatesters of carbamaatesters)

• Cholinesterase inhibitoren intoxicatie

  Fysostigmine = carbamaatester --> kan CZS stoornissen uitlokken want kan door BHB.Bij jonge dieren (cyp laag) en katten.
  Je krijgt hypercholinerg beeld
  Behandeling bij intoxicatie:
  

  • Atropine: zowel carbamaat- als fosfaatesters (atropine = PSlytica)
  • Pralidoxime: enkel fosfaatesters
    

• Neuromusculaire blokkers - werkingsmechanisme

  Gaan binden thv de nicotinerge receptoren thv dwarsgestreepte spiercel --> acetylcholine kan niet meer binden. Is specifiek thv neuromusculaire junctie --> spierparalyse en relaxatie = spierzwakte. 
  GEEN ANESTHESIE NOCH ANALGESIE!!!  
  
  Bij depolariserende blokkers (succinylcholine) treedt er eerst spiercontractie op gevolgd door slappe paralyse.

• Neuromusculaire blokkers - indicaties

  • Anesthesie: tracheale intubatie
  • Thoraco-abdominale chirurgie: gemakkelijker buikspieren opentrekken
  • Orthopedische chirurgie: handig voor bv. terug repositioneren
  • Cocktail anesthesie --> gaan werking van andere anesthetica versterken --> dus dosis van elk individueel anestheticum verlagen = verminderde toxiciteit

• Neuromusculaire blokkers - nevenwerkingen

  • Cardiovasculair: milde tachycardie (want acetylcholine kan niet meer binden)
    
  • K+: depolariserende: K-efflux. Spier gaat depolariseren. Verhoogde kalium gehalte thv plasma --> kan leiden tot aritmiën.
    
  • CZS: nekspieren kunnen gecontraheerd worden, veneuze retour daalt. Intracraniale druk stijgt
    
  • Oog: oogboldruk stijgt
    

• 2 preparaten niet selectieve a- en B-agonisten

  Fenylefrine en efedrine - hebben zelfde werking als NOR en ADR
  

  • Neusdecongestiva --> zorgen voor vasoconstrictie van de bloedvaten thv neusmucosa --> minder doorbloeding --> minder vorming van exsudaat
    

• 1 preparaat niet selectieve a-agonist

  Fenylpropanolamine --> wordt gebruikt voor urinaire incontinentie.
  
  Door stimulatie a-receptoren --> contractie blaassfincter --> minder kans op lekkage en minder spontaan urineverlies.
  Wordt vaak gezien bij teven na ovariohystorectomie.

• 3 preparaten niet-selectieve a-antagonisten

  Fenoxybenzamine, fentolamine en tolazine
  
  Zorgen voor vasodilatatie ---> bloeddrukdaling
  Reflectoire tachycardie

• Noem 2 preparaten selectieve a1-antagonisten

  Prazosine en terazosine
  
  Geven vasodilatatie --> bloeddrukdaling
  De reflectoire tachycardie is minder uitgesproken
  Indicaties: hypertensie en congestief hartfalen

• Noem 2 preparaten selectieve a2-antagonisten

  Yohimbine en atipamezole
  
  Indicaties: sedatie, analgesie en korte anesthesie bij KHD en GHD
  Yohimbine: enkel werkzaam bij hond en kat
  Atipamezole: werkzaam bij zowel grote als kleine huisdieren.