Paepe - hematologie
10 belangrijke vragen over Paepe - hematologie
Stollingstesten - secundaire hemostase
- PT = prothrombine tijd = extrinsieke + gemeenschappelijke weg
- aPTT = geactiveerde partieel thromboplastine tijd = intrinsieke + gemeenschappelijke weg
- Citraat tube
- Verhoogd indien stollingsfactoren <30%
- Let op!: vlotte bloedname vereist, correcte vulling citraattube en bewaring beperken
- FDPs, D-dimeren
- FDPs = fibrine degradatie producten
Stollingstesten - PT en aPTT beide verlengd - oorzaken?
- Coumarine intoxicatie
- DIS
- Leverinsufficiëntie
- (Vitamine K tekort)
Is het vaakst.
Stollingstesten - PT verlengd, aPTT normaal
- Factor VII deficiëntie
- Vroegtijdige coumarine-intoxicatie
Factor VII heeft de kortste halfwaardetijd --> coumarine intoxicatie --> factor VII worden eerst onvoldoende.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Stollingstesten - PT normaal, aPTT verlengd
- Hemofilie A (VIII verlaagd) en B (IX verlaagd)
- Factor XII deficiëntie
= congenitaal/erfelijk
Gestoorde hemostase - primair vs. secundair
- Petechiën +++
- Hematomen (+)
- Bloeding
- thv mucosae (GI, urine)
- op verschillende plaatsen
- (onmiddellijk bloeden na venepunctie)
Secundair:
- Petechiën -
- Hematomen +++
- Bloeding
- in lichaamsholte
- op één plaats
- (uitgestelde bloeding na venepunctie)
Heeft te maken met stollingsfactoren
Gestoorde hemostase - vragen te stellen + maatregelen
- Vroeger al spontane bloedingen gehad? (bv. neus, mond, urinair, spijsvertering)
- Bloeding opgetreden bij tandwisseling?
- Abnormaal bloedverlies opgetreden bij voorgaande chirurgie, tandbehandeling, trauma?
- Al transfusie gehad?
- Krijgt patiënt medicatie of voedingssupplementen?
- Ben je op de hoogte van bloedingsproblemen bij dit ras of bij verwanten van deze patiënt?
- Intoxicatie mogelijk? Leefomgeving?
Bij patiënten met gestoorde hemostase:
- !! Beperk bloednames en puncties !!
- !! Lang afklemmen !!
- !! Vermijd v. jugularis !! (--> druk op luchtpijp --> bijkomende AH-problemen)
Bloed- en plasmatransfusies - meest toegediend
- Volbloed
- Packed red blood cells = concentratie van RBC
- Plasma (fresh frozen of frozen)
Bloed- en plasmatransfusies - bloedgroepen hond
Belangrijkste voor transfusies: DEA 1.1, DEA 1.2 en DEA 7
Geen natuurlijke allo-antistoffen
- = voordeel --> hebben geen antistoffen tegen bloedgroepen die ze zelf niet hebben.
Donoren/acceptoren testen: vaak enkel DEA 1.1 testen, want als er transfusiereacties optreden --> bijna altijd te wijten aan DEA 1.1
Bloed- en plasmatransfusie - bloedgroepen kat
Natuurlijke allo-antistoffen
- Type B-kat: sterke anti-A antistoffen!!
- Type A-kat zwakke anti-B antistoffen
- Type AB-kat: geen antistoffen
--> risico op acute hemolytische transfusiereacties en neonatale isoerythrolyse
Bloed- en plasmatransfusies - transfusies
- Steriele afname
- Compatibiliteit donor-acceptor
- Kat: altijd, ook voor 1ste transfusie (allo-antistoffen)
- Hond: niet nodig bij 1ste transfusie, vanaf D4 na 1ste transfusie
- Grondige opvolging van acceptor tijdens transfusie (transfusiereacties!)
Na half uur: snelheid verhogen als goed verloopt, dier vertoont geen reactie op transfusie.
Meestal duurt 4 uur om transfusie toe te dienen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden