Samenvatting: Blok 1: De Onderneming

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Blok 1: De onderneming

• 1 Introductie

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welk onderscheid wordt bij deze beslissingen gemaakt?

  • Planningsbeslissingen / control-beslissingen
  • Routine(matige) activiteiten / niet-routine(matige) activiteiten

• Waar is informatie m.b.t. routinematige activiteiten op gericht?

  1. Scorekeeping
  2. Attention-directing

• Waar is informatie m.b.t. niet-routinematige activiteiten op gericht?

  Het oplossen van bepaalde problemen (problem solving). Deze beslissingen zijn gericht op langere termijn.

• Wat houdt de integrale fabricagekostprijs in?

  Kostprijs waar alle kosten in zitten (incl. directe en indirecte kosten).

• Wat houdt de standaard fabricagekostprijs in?

  Accent niet op wat er in mag zitten, maar wat er feitelijk in zit door aandacht voor standaarden en normen. Basis voor ontwikkeling van de (bedrijfs)budgettering.

• Wat is externe berichtgeving?

  Gericht op de informatie(voorziening) die nodig is om de externe belanghebbenden in staat te stellen hun positie te bepalen t.a.v. de organisatie. Bijvoorbeeld: jaarrekening, maatschappelijke berichtgeving.

• Wat zijn belangrijke verschillen tussen interne en externe berichtgeving?

  Externe berichtgeving heeft betrekking op financiële informatie voor personen buiten de organisatie.
  

  • wettelijke regels
  • extern opgestelde vormvoorschriften
  • nadruk op het verleden
  • aard van informatie is algemeen
  • verslagperiode is lang (jaar, half jaar, kwartaal)
  • zo objectief mogelijke informatie

  
  Interne berichtgeving is gericht op personen binnen de organisatie.
  

  • geen wettelijke regels
  • geen extern opgestelde vormvoorschriften
  • nadruk op verleden als toekomst (prognoses)
  • aard van informatie kan specifiek zijn, soms veel detailinformatie
  • verslagperiode moet kort zijn (informatie moet direct beschikbaar zijn)
  • subjectieve informatie is mogelijk

• Wat is cost accounting?

  Verzameling, toerekening en analyse van de kosten van activiteiten met het oog op de verschaffing van informatie (zowel interne als externe berichtgeving).
  
  M.a.w.: costs finding

• 2 Goederen-, geld- en informatiestromen

• 2.1 Processen binnen de onderneming

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen stromen en standen?

  Stromen beinvloeden de standen in de onderneming. De verkoop van een product leidt tot een goederenstroom (levering) en een geldstroom (betaling).
  
  Stromen kunnen over een bepaalde periode worden gemeten (bijv. de omzet over een jaar). Standen worden op een bepaald tijdstip gemeten (bijv. hoeveelheid voorraad op 1 januari).

• Hoe wordt de productiecapaciteit van een onderneming op korte termijn bepaald?

  De laagste van de materiële en personele capaciteit.