Aantekeningen boek

35 belangrijke vragen over Aantekeningen boek

Wat geven de balken in de grafiek op pagina 23 weer?

  • Verandering in het aantal kinderdagverblijven in Nederland over de jaren.
  • Toename van 50 in 1967 naar bijna 600 in 1977.
  • Duidelijke stijging zichtbaar, vooral na 1971.

Welke twee aspecten van de ontwikkeling in pedagogisch denken en handelen worden beschreven op pagina 22?

  • Eerste geformaliseerde kinderopvang niet bijzonder pedagogisch of educatief.
  • Naarmate hoger opgeleide vrouwen werken, ontstaat vraag naar pedagogisch en educatief verantwoorde kinderopvang.

Wat beschrijft de eerste kritische beweging in Nederland die in 1968 plaatsvond?

  • De beweging vond plaats onder Amsterdamse studenten.
  • Zij stelden een "alternatieve kritiek" op tegen de traditionele visie op ontwikkelingshulp.
  • Deze kritiek werd neergelegd in de publicatie van de 'Kritiese Aantekeningen'.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe definieerde de actiegroep VON de Vlaamse ontwikkelingshulp in de jaren '70?

  • De Vlaamse Ontwikkelingshulp werd beschreven als "neo-koloniaal".
  • VON streefde naar een beleid dat gebaseerd was op mutualiteit en solidariteit.
  • Het beoogde een einde te maken aan uitbuiting en andere neokoloniale praktijken.

Welk experiment startte Klaverdijk en wat was het doel ervan?

  • Klaverdijk startte in 2001 een e-coaching experiment met gestructureerde en geautomatiseerde telefonische vragen.
  • Doel: De voortgang van de zelfstandige taakwerkzaamheden van begeleiders van leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs met leer- en gedragsproblemen ondersteunen.

Hoe ondervond Klaverdijk de resultaten van het e-coaching experiment?

  • De resultaten van Klaverdijks e-coaching experiment waren volgens hem positief.
  • Er ontstonden betere werkverhoudingen en een verhoging van professionalisering, ondanks aanvankelijke scepticisme.

Wat houdt het evaluatie-instrument in en hoe wordt het gebruikt volgens de tekst?

  • Evaluatie-instrument is een onderdeel van pedagogisch management in de kinderopvang.
  • Het betreft het meten van de effectiviteit van de aanpak door middel van zelfevaluatie door medewerkers en functioneringsgesprekken.

Welke trends toont de grafiek over leerlingenaantallen in het voortgezet onderwijs in Friesland en de rest van Nederland tussen 1980 en 2002?

  • Stijgende trend in leerlingenaantallen in het voortgezet onderwijs zowel in Friesland als in de rest van Nederland.
  • In 1980 begint de grafiek met ongeveer 5.000 leerlingen in Friesland en ongeveer 15.000 in de rest van Nederland.
  • In 2002 eindigt de grafiek met circa 25.000 leerlingen in Friesland en bijna 30.000 in de rest van Nederland.

Hoe zijn de percentages van de grafiek over de herkomst van de gegevens op de derde pagina verdeeld?

  • De grafiek toont dat 45% van de gegevens afkomstig is van beleidsbronnen.
  • 25% van de gegevens komt van wetenschappelijke artikelen.
  • 22% is afkomstig van officiële overheidspublicaties.
  • De resterende 8% betreft gegevens van ongespecificeerde of overige instellingen.

Wat zijn de belangrijkste bevindingen over de verschuivingen in de onderwijspopulatie volgens deze analyse?

  • Afname van standaardonderwijs en een toename van speciale onderwijsvormen.
  • Toename van kinderen met een niet-westerse achtergrond.
  • Kinderen verplaatsen zich van de grote steden naar kleinere gemeenten.

Wat zijn de twee vormen van formele opvang voor kinderen naast de kinderopvang/verblijf?

  • De buitenschoolse opvang verzorgt opvang buiten de schooltijden.
  • Gastouderopvang vindt plaats bij gastouders thuis of in een speciaal daarvoor ingerichte ruimte.

Waaruit bestaat de dagopvang voor kinderen bij kinderdagverblijven en welke leeftijdsgroep betreft dit?

  • Kinderdagverblijven bieden dagopvang aan kinderen vanaf de geboorte tot de basisschoolleeftijd.
  • De opvang is doordeweeks beschikbaar gedurende werkuren van ouders.

Hoe ontstonden nieuwe kinderdagverblijven na de economische crisis rond 1980?

- Na de economische crisis rond 1980 ontstonden nieuwe kinderdagverblijven uit ouderinitiatieven of als experimentele projecten van overheid en bedrijfsleven.

Wat was het gevolg van de regelgeving in 2005 voor kinderopvang?

  • In 2005 resulteerde nieuwe regelgeving in een toename van het aantal kinderdagverblijven en andere opvangvormen.
  • De regelgeving faciliteerde de combinatie van arbeid en zorg voor ouders.

Wat veranderde er in het onderwijslandschap na de publicatie van het rapport 'Kinderopvang in Nederland, van weinig tot markt'?

  • Na de publicatie werd meer nadruk gelegd op de combinatie van informele opvang, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang.
  • Het landschap van kinderopvang werd meer divers en commerciëler.

Wat zijn de openingstijden van de kinderdagverblijven zoals vermeld in de tekst?

  • Kinderdagverblijven in Nederland zijn geopend van 07:30 tot 18:00 uur.
  • Ze bieden opvang tussen 0 en 4 jaar.

Hoeveel geregistreerde gastouders waren er in Nederland en hoe wordt dit aantal vergeleken met het totale aantal opvangplaatsen?

  • In 2009 waren er in Nederland 28.900 geregistreerde gastouders.
  • Dit aantal wordt vergeleken met ongeveer een derde van het totaal aan opvangplaatsen in de kinderopvang.

Wat is de reden dat de beursregeling voor peuterspeelzalen in Nederland is beëindigd?

- De regeling is beëindigd omdat ouders de voorkeur gaven aan kinderdagverblijven gezien de langere openingstijden en meer flexibele opvangtijden.

Wat was de eerste wet die ontwikkeld werd op het gebied van de kinderopvang en wat was het doel van deze wet?

  • De eerste wet was de Wet Kinderopvang uit 2005.
  • Deze wet had als doel de situatie tussen (peuter)speelzalen en markt georiënteerde kinderopvanginstellingen gelijk te trekken.

Wat wordt er besproken in de tekst op de rechterkant van de pagina?

  • Het begrip 'scheiding welzijn en onderwijs' binnen de kinderopvang.
  • Discussies rond de integratie van peuterspeelzaal en kinderopvang in de basisschool (Vensterschool).
  • Problematiek van gemeenschappelijke onderwijs- en opvangconcepten.
  • De term 'educatieve allianties' als een samenwerkingsvorm tussen opvang en basisonderwijs.
  • Voorstanders van integratie die benadrukken dat leren en ontwikkelen hand in hand gaan.
  • Tegenstanders die aandragen dat de scheiding tussen spelen en leren essentieel is voor de ontwikkeling van het kind.

Wat zijn de belangrijkste wijzigingen die zijn doorgevoerd in de Nederlandse kinderopvang met de wet Kinderopvang van 1 januari 2005?

  • Introductie van marktwerking in de kinderopvang
  • Ouders dragen de kosten en krijgen kinderopvangtoeslag van de overheid
  • Er zijn kwaliteitseisen gesteld waar kinderopvanginstellingen aan moeten voldoen
  • De vraagfinanciering vervangt de tot dan toe bestaande aanbodfinanciering

Hoe werkt de financiering van kinderopvang in het systeem dat is ingesteld met de wet Kinderopvang van 2005?

  • Ouders betalen de volledige kosten van kinderopvang en krijgen een tegemoetkoming van de overheid
  • De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders
  • Ouders betalen een eigen bijdrage afhankelijk van het inkomen en het aantal uren kinderopvang

Wat zijn de gevolgen van de wet Kinderopvang van 2005 voor de rol van gemeenten?

  • Gemeenten hebben geen directe betrokkenheid meer bij de financiering van de opvang
  • Zij richten zich op het voorschoolse onderwijs en het beleid rond de VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie)

Welke kwaliteitseisen zijn opgenomen in de wet Kinderopvang?

  • Minimumeisen aan veiligheid en gezondheid
  • Eisen aan opleidingsniveau van het personeel
  • Eisen aan groepsgrootte en beroepskracht-kindratio
  • Registratie in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen

Wat zijn de kenmerkende veranderingen sinds 2005 met betrekking tot de kinderopvang in Nederland?

  • Sinds 2005 is de kinderopvang in Nederland aan het verzelfstandigen door afbouw van subsidies en een grotere rol voor marktwerking.
  • Zelfregulering heeft geleid tot initiatieven zoals het franchiseconcept in de kinderopvang.
  • De tendens van verzakelijking en opschaling in de beheersorganen van de kinderopvang, met een focus op bedrijfsmatig handelen.

Hoe zijn in Nederland de kinderopvanglocaties inhoudelijk ondersteund volgens de tekst?

  • Inhoudelijke ondersteuning kinderopvanglocaties via onderwijskundige expertise van universiteiten en hogescholen.
  • Het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkelt en verspreidt kennis.
  • Kinderopvanglocaties maken gebruik van moderne managementinformatiesystemen voor efficiënte bedrijfsvoering.

Waarom is de Wet kinderopvang volgens de tekst ingevoerd en wat wordt hiermee beoogd?

  • De Wet kinderopvang is ingevoerd om marktwerking in de kinderopvangaan te stimuleren en ouders een keuzevrijheid in aanbod te bieden.
  • Doel van de wet is het toegankelijker maken van kinderopvang en de arbeidsparticipatie van vooral vrouwen te verhogen.

Welke informatie wordt er verstrekt over de websites die over de kinderopvang gaan?

  • Websites bieden informatie over verschillende aspecten van kinderopvang en beleid.
  • Voorbeelden van genoemde websites zijn: www.kinderopvangtotaal.nl, www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut), www.boink.info (belangenvereniging van ouders) en www.kennisnet.nl (onderwijsnetwerk).

Welke punten worden genoemd als afwijkingen in het alternatieve perspectief op pedagogisch management in Nederland?

  • Multidimensionale serieuziteit
  • Individualisering van controle en competitie
  • Diversificatie van culturen, normen en normen

Hoe kan het Nederlandse kinderrechtenbeleid volgens de tekst verbeterd worden?

  • Meer focussen op multidimensionale ernst
  • Sociale ongelijkheid verminderen
  • Sociale integratie verbeteren

Wat zijn twee hoofdkenmerken van een zorgvuldige en effectief pedagogisch management in de kinderopvang?

  • Kinderrechtenbeleid dat rekening houdt met de vele dimensies van het kinderleven
  • Een gestructureerde en langetermijnbenadering van pedagogisch beleid

Hoe wordt in de tekst het kinderrechtenbeleid in Nederland bekritiseerd?

  • Een te enkelvoudige kijk op kinderwelzijn
  • Te weinig aandacht voor het serieus nemen van kinderen
  • Onvoldoende aandacht voor de effecten van langdurig beleid

Welke stappen worden voorgesteld om het Nederlandse kinderrechtenbeleid te verbeteren?

  • Erkenning van de complexiteit van kinderlevens
  • Het opzetten van een onderzoekstraject om beleidsaanpassingen op een gekwantificeerde basis te maken

Wat is volgens Michel Vandenbroeck de maatschappelijke functie van kinderopvang?

  • Economische functie: maakt het mogelijk voor ouders om te werken of te studeren.
  • Educatieve functie: draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen buiten het gezin.
  • Sociale functie: vormt een onderdeel van het sociaal beleid, gericht op integratie van achtergestelde groepen.

Wat betekent het hebben van een financieel netwerk voor kwetsbare huishoudens volgens de tekst?

  • Het hebben van een financieel netwerk betekent toegang tot materiële en immateriële hulpbronnen die essentieel kunnen zijn in tijden van financiële nood.
  • Financiële netwerken helpen kwetsbare huishoudens om te gaan met de uitdagingen die gepaard gaan met een laag inkomen of onvoorspelbare uitgaven.
  • Door de beschikbaarheid van hulpbronnen zoals geld, goederen, diensten, informatie en emotionele steun kunnen deze huishouden beter omgaan met financiële problemen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo