Samenvatting: Blok 2.2.4. Groei En Ontwikkeling
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Blok 2.2.4. Groei en ontwikkeling
-
2.4 Groei en ontwikkeling
Dit is een preview. Er zijn 60 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
Laat hier meer flashcards zien -
Waarvoor is het elaboration likelihood model (ELM) opgesteld?
om te voorspellen of informatie bij een persoon een gedragsverandering teweegbrengt. -
Wat is het Transtheoretische stages of change model?
Het model met verschillende stadia van verandering:
1: precontemplatie: nog geen intentie om te veranderen
2: comtemplatie: bewust dat hij moet veranderen, maar nu nog niet
3: preparatie: klaar om te veranderen en maakt doelen. Bijv. ook datum zetten
4: actie
5: behoud: het wordt moeilijk maar gaat door
6: terminatie, verleiding is weg
7: relapse -
Wat is de angle of inclination?
De hoek tussen het os coxae met het femur. -
Welke 2 aders zorgen voor de bloedverziening van het heupgewricht?
mediale en laterale a. circumflexae femoris
de mediale voert het meeste bloed aan -
Hoe ontstaat toeing in? Hoe kan het opgelost worden?
Vanaf 2 jaar: persisterende femorale anteversie van de heup.
Geen interventie, verbeteren looppatroon en voorkomen dat het kind in de W-houding gaat zitten -
Hoe ontstaat toeing out? Hoe kan het opgelost worden?
Dit is het geval bij alle pasgeborenen, door heupflexie en externe rotatiecontracturen. Lost zich rond het 2e levensjaar op. -
Wanneer is er fysiologisch gezien sprake van gene varum en gene valgum?
Eerste twee jaar hebben alle kinderen: gene varum (O-benen)
Gene valgum maximaal tussen de 3 en 4 jaar
Normale volwassen stand bij een leeftijd van 9 jaar -
Waardoor wordt een platvoet gekarakteriseerd?Er zijn posturele platvoeten en structurele platvoeten, wat zijn posturele platvoeten? Hoe behandel je het?
Door een valgus (naar binnen) van de hiel met pronatie van de rest van de voet
Posturele platvoeten corrigeren zich wanneer het kind op zijn tenen gaat staan. Verdwijnt meestal spontaan met de leeftijd, indien nodig kan het verbeteren door op blote voeten te lopen -
Structurele platvoeten zijn onder te verdelen in flexibele platvoeten en rigide platvoeten. Onderscheid kan worden gemaakt met de test van Hübscher, hierbij wordt de grote teen passief gebogen. De test is positief als de voetboog zichtbaar wordt. Hoe kunnen beide vormen behandeld worden?
Flexibele platvoeten: positieve test. Hierbij is er sprake van strakke kuitspieren. Dit kan behandeld worden door seriële, plastic afgietsels of chirurgie
Rigide platvoeten: negatieve test. Hierbij ontstaat pijn. Met MRI of CT kan de oorzaak worden geïdentificeerd. Behandeling: excisie van de calcaneoviculaire staaf -
Wat is congenitale talipes equinovarus? Hoe wordt het behandeld?
Ook wel klompvoet genoemd
Behandeling: Ponseti methode, bij 30% achilles tenotomie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden