Changes in your environment

36 belangrijke vragen over Changes in your environment

Wat is ecological validity?

Als je een experiment uitvoert dat wil je dat deze ecologisch valide is. De stimuli, condities en procedures matchen met hetgeen in de natuurlijke wereld. Hieruit volgde de theorie van Gibson: the ecological approach to perception = bepalen hoe beweging perceptuele informatie creëert. 
Vb: fietsen, lopen of het landen van een vliegtuig.

Wat is subject-relative change?

Waar de enige informatie de beweging van het doelwit t.o.v. De positie van de waarnemer in de ruimte is. (gevoeliger als het gaat om detectie en discriminatie van beweging)

Wat is optic flow?

De beweging die iemand maakt zorgt voor een beweging van objecten relatief naar de persoon. Dus de objecten bewegen niet echt maar ze lijken te bewegen in een tegenoverstelde richting als die jij gaat.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is object-relative change?

De beweging van een doelwit t.o.v. Andere objecten in de ruimte, wat een soort configurational change creëert in het zichtbare patroon waardoor de betrokken processen gelijksoortig kunnen zijn als bij vormperceptie.

Welke twee belangrijke karakteristieken heeft optic flow? (ecological approach)

  1. Gradient of flow: Dit geeft info over de snelheid van een persoon. Optic flow gaat sneller dichtbij de bewegende persoon. Dus dingen dichtbij bewegen sneller.
  2. Focus of expansion (FOE): Er is geen flow op de bestemming waar iemand naartoe beweegt.

Wat is invariant information? (ecological approach)

Informatie die constant blijft ongeacht wat een persoon doet of beweegt. Dit is bijvoorbeeld bij optic flow zo.
  • Optic flow en FOE blijven info geven over hoe snel een persoon beweegt en waar de persoon heen gaat ongeacht hoe de persoon beweegt.

Wat is self-produced information? (ecological approach)

Wanneer een persoon een beweging maakt, creëert die beweging informatie, en deze informatie wordt weer gebruikt om je verder te bewegen.
Vb: een auto beweegt --> flow wordt gecreëerd --> object beweegt relatief naar de auto --> info voor verdere beweging --> auto beweegt

Hoe blijf je recht naar een plek lopen?

  1. Visual direction strategy: je lichaam is gericht op een doel. Als je uit je loopbaan gaat dan verschuift dit doel naar links of rechts. Als dit gebeurt dan kan de loper dit corrigeren door weer op één lijn te komen met het doel.
  2. Flow niet altijd nodig: aangetoond dmv 'blind walking'. Je ziet dan een object 12m verder en daarna moet je er met je ogen dicht heen lopen. Dit kan door kennis en geheugen
  • Spatial updating: het proces waarbij mensen en dieren op een positie kunnen blijven in een omgeving terwijl ze bewegen

Wat zijn twee voorbeelden van induced motion?

1. De bewegende wolken die ervoor zorgen dat de maan lijkt te bewegen
2. Wanneer je in een stilstaande trein zit, en de trein naast je begint te rijden, lijkt het alsof de stilstaande trein waar je zin zit ook beweegt. (vection)

Wat zijn motion aftereffects?

Wanneer je kijkt naar een bewegend object voor 30/60 seconden en vervolgens kijkt naar een stilstaand object lijkt deze te bewegen

Hoe kan je op de weg 'course' blijven terwijl je rijdt?

Je hebt de FOE, maar er is ontdekt dat mensen tijdens het rijden naar een plek kijken die dichterbij is dan de FOE. Als je door een bocht gaat dan kijk je naar de bocht en niet naar de FOE. Hierdoor kan je constant de positie van de auto bepalen relatief tot de lijnen aan de zijkant van de weg. Hierdoor blijf je in de juiste richting gaan.

Wat is de action-specific perception hypothesis?

Mensen nemen hun omgeving waar wat betreft hun mogelijkheid om ernaar te handelen. Dit is bewezen dmv veel experimenten met sport. Je perceptie verandert aan de hand van je performance.
Vb: Als softbal spelers de bal goed reken schatten ze de bal groter is dan wanneer ze hem slecht raken. Wel alleen bij intentionele acties.

Geef twee voorbeelden van motion after effects:

1. Waterfall illusion: als je naar een waterval voor 30-60 sec kijkt en dan naar een ander deel van de omgeving kijkt die stil staat (zoals rotsen en bomen), dan lijken deze omhoog te bewegen voor een paar seconden.
2. Spiral motion aftereffect: je kijkt naar een spiraal die naar binnen draait, en kijkt er even van weg en kijkt weer terug> lijkt alsof de spiraal naar buiten draait.

Wat is optic array? (Gibson)

Een structuur gemaakt door de oppervlakken, texturen en contouren van het milieu

Wat is attentional capture?

Onze aandacht gaat automatisch uit naar opvallende/ belangrijke objecten. Beweging van een object heeft hier een groot aandeel in.
Vb: daarom zitten dieren heel stil als ze niet gezien willen worden, zo trekken ze minder de aandacht.

Wat is een event boundary?

Event = een segment van tijd op een bepaalde locatie die wordt waargenomen door observeerde en heeft een begin en een eind.
Event boundary = het punt in de tijd wanneer elk events stopt en het volgende events begint. (hierdoor begrijpen we dingen)
  • Er is altijd beweging bij betrokken en dit is altijd geassocieerd met event boundaries.

Welke soorten motion/ beweging zijn er?

  • Real motion: de echte beweging van een object
  • Illusory motion: je neemt beweging waar terwijl er eigenlijk geen beweging is.
  • Apparent motion: Als er twee objecten met de juiste timing na elkaar worden getoond lijkt het alsof deze bewegen.
  • Induced motion: de beweging van één object (meestal een grote) zorgt ervoor dat het lijkt alsof een andere (meestal kleiner) object daar vlakbij ook beweegt. Vb: die wolken en zon

Wat is een motion aftereffect en welke soorten zijn er?

Dit komt voor als je naar een bewegende stimulus kijkt en dit ervoor zorgt dat het lijkt alsof een stilstaand object beweegt.

  • waterfall illusion: als je voor 30 tot 60 seconden naar een waterval kijkt en als je dan naar het stilstaande gedeelte daarnaast kijkt zal dit allemaal 'omhoog bewegen' voor een paar sec

Uit welke drie cellen bestaan de Reichardt detectors?

  • cellen A en B: zijn ganglioncellen en gedragen zich als simpele cellen en zijn elk afgesteld op een bepaalde beweging.

  • cel C (direction selective neuron in visuele cortex) : signalen van cellen A & B worden vergeleken met elkaar. Let op: dit kan alleen als signaal van cel A een tijdje is vertraagd, want alleen als de signalen tegelijk aankomen bij de comporator, cel C (door hogere drempelwaarde), zal deze gaan vuren en zo het signaal afgeven voor bewegende stimulus.

Welke conclusies kunnen we stellen als we echte en apparent motion vergelijken?

  • Er waren veel gelijkenissen tussen neurale responses en ongeveer hetzelfde deel van de visuele cortex wordt geactiveerd.
  • zie tabel in schrift

Wat is het aperture probleem?

Je ziet een verkeerde beweging doordat je maar een deel van het object ziet. Het visuele systeem lijkt dit probleem op te lossen door de reacties van een aantal neuronen te bundelen net als onze complexe cel.

Locatie: Mediale temporale gebied (MT) > bevat groot aantal van selectieve neuronen die belangrijk zijn voor het waarnemen van beweging.

Wat is de optic array? Gibson

De structuur gecreëerd door de oppervlaktes, texturen en contouren van de omgeving.
  • Hoe zorgt beweging voor een verandering in deze optic array?
Local disturbance in the optic array = een persoon beweegt relatief vergeleken met de omgeving. En hierbij wordt de vaste achtergrond bekleed en onbekleed.

Wat is het verschil tussen neuronen in de V1 en in de V5?

V1: neuronen alleen gevoelig voor de richting van beweging van 1 stip in een klein deel vd afbeelding

V5: neuronen zijn gevoelig voor de globale richting van beweging

Welke signalen worden er gegenereerd door beweging van een stimulus op de retina en door beweging van de ogen?

  1. Image displacement signal (IDS): als een afbeelding beweegt langs receptoren in de retina. Bob loopt voor mij langs terwijl ik vooruit kijk. Ogen bewegen niet.
  2. Motor signal (MS): als een signaal wordt verstuurt van de hersenen naar de oogspieren. Als Ik mn ogen beweeg om Bob te volgen als hij langs loopt.
  3. Corollary discharge signal (CDS): Kopie van MS maar ipv de oogspieren wordt het signaal naar andere delen van de hersenen gestuurd. Ogen bewegen.

Wat zijn twee mechanismen waardoor we perceptie van beweging hebben?

1. Eye-head system: interpreteert beweging van onze oog-en hoofdbewegingen

2. Image-retina system: reageert op veranderingen in een beeld (op je retina)

Wat is de corollary discharge theory?

Het perceptuele systeem gebruikt een signaal 'corollary discharge' om rekening te houden met oogbewegingen van een mens. Bewegingsperceptie hangt af van drie typen signalen. (er vindt geen beweging plaats op de retina zelf wanneer je een object volgt met je ogen)

Wat is het gedragsbewijs voor de corollary discharge theory?

  • Door 60 seconden naar een rode stip te kijken bleekt het pigment op de retina. Als je vervolgens in een donkere ruimte je ogen beweegt, veroorzaakt dat een CDS. Hierdoor lijkt het alsof de afterimage die is ontstaan, beweegt.
  • Wanneer je naar een object kijkt en op je ooglid drukt, geven je hersenen een signaal om het oog op dezelfde plek te houden door tegendruk van je spieren. Hierdoor wordt een CDS afgegeven en lijkt het beeld te bewegen.

Van welke drie typen signalen hangt bewegingsperceptie af (Corollary discharge theory)?

1. Motor signalen (MS)
MS worden gestuurd vh motorische gedeelte hersenen naar oogspieren > ogen bewegen
2. Corollary discharge signaal (CDS)
MS komt aan bij oogspieren, geeft aan dat een signaal is verzonden vd hersenen naar het oog > CDS bereikt structuur comparator en stuurt info terug naar hersenen dat oog beweegt
3. Image displacement signaal (IDS)  
wanneer iemand z'n ogen stilhoudt en de stimulus beweegt langs het gezichtsveld > comporator ontvangt ook signaal dat iets over netvlies beweegt > deze beweging activeert de retinale receptoren en zendt een signaal uit oogzenuw (IDS)

Wat is het fysiologisch bewijs voor de corollary discharge theory?

  • De mediale superieure temporaal (MST) speelt een belangrijke rol in het beheren van oogbewegingen. Schade aan dit gebied kan er voor zorgen dat de CDS niet meer afgegeven wordt, waardoor alleen de IDS de comparator bereikt. Als er dan met de ogen wordt bewogen, lijkt het alsof alles beweegt.
  • Apen hebben real-motion neuronen die alleen reageren als de stimulus beweegt en niet reageren als het oog beweegt, ook al is de stimulus op de retina hetzelfde in beide situaties. Er moet dus informatie komen dat het oog beweegt, dit zou duiden op informatie van de CDS.

Wat is TMS? (Link tussen motie perceptie en MT-neuronen)

Transcranial magnetic stimulation.
Dit zorgt voor een tijdelijke uitschakeling van de normaal functionerende neuronen in de MT.
In dir experiment vonden de participanten het moeilijk om de richting van een random bewegend patroon van stippen te bepalen. (tijdelijk)

Wat zijn drie eigenschappen van optic flow?

1. Gradient flow:
snelheid van beweging op de voorgrond is snel, hoe verder weg, hoe langzamer
2. Focus of expansion:
een punt in de verte waar geen flow plaatsvindt > een plaats waar je naartoe beweegt
3. Invariant information:
informatiebronnen in de omgeving die tijdens de beweging constant blijven   

Activatie in de superior temporal sulcus (STS) duidt op (onderzoek Grossman & Blake):

Biologische beweging

Wat is mircostimulation? (Link tussen motie perceptie en MT-neuronen)

Door microstimulatie worden neuronen in de MT-cortex gestimuleerd. Microstimulatie van neuronen met een bepaalde oriëntatie zorgde er bij apen voor dat zij hun beoordeling aanpasten aan de oriëntatie van de gestimuleerde neuron, dus niet aan de stimuli waar ze naar keken.

Wat is het aperture problem?

Als een verticaal object (potlood) diagonaal beweegt, wordt alleen op de horizontale verplaatsing gereageerd. De apertuur die je maakt (rondje met de vingers) is te klein om de diagonale verplaatsing te kunnen registreren. Dus een klein gedeelte van een grote stimulus misleidende info kan geven over de richting waarin de stimulus beweegt.

Welke twee oplossingen zijn er voor het aperture probleem?

  1. Een neuron kan informatie gebruiken van het einde van een bewegend object, zoals de punt van het potlood, om de bewegingsrichting te bepalen. Als het potlood dus lager wordt gehouden zodat het puntje in het apertuur komt, is te zien dat het potlood diagonaal beweegt i.p.v. horizontaal. Deze neuronen zitten in de striate cortex.
  2. Responses van een aantal selectieve richtingsneuronen kunnen ook gecombineerd of gebundeld worden in de MT-cortex (nucleus in het waar-/hoe-pad).

Hoe zit het met motie en het menselijk lichaam?

Het visuele systeem heeft tijd nodig om informatie te verwerken om de beweging van complexe betekenisvolle stimuli waar te nemen. De motorcortex wordt geactiveerd als de waargenomen bewegingen menselijk mogelijk zijn, anders niet.
Vb: de buist die 'door' of 'om' het hoofd ging. Langzaam = om en snel = door

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo