Samenvatting: Blok 2.6 Klinische Psychologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Blok 2.6 Klinische psychologie

  • 1 Stress

    Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke drie dimensies heeft stress?

    1. De stressvolle stimulus (stressor): lichamelijk (hitte, kou, geluid) of psychologisch (conflicten, competitie, isolatie)
    2. De lichamelijke respons (strain): Lichamelijk (gewond) of psychologisch (emotionele reacties). Een strain is een reactie op een stressor.
    3. Stress als een proces: Continue interactie en aanpassingen tussen het individu en de omgeving (transactional proces) of bijv coping
  • Wat houdt het transactionele model van Lazarus in? (cognitive appraisal)

    Dit is een profiel over hoe organismen (psychologisch) reageren op stress. Het gaat om de interpretatie van de stress.
    Bestaat uit twee onderdelen:
    1. Primary appraisal: Hoe beïnvloed het mij? (irrelevant, goed, slecht)
    2. Secondary appraisal: Welke bronnen heb ik om ermee om te gaan?
    Iets levert pas echt stress op als (1) de primary appraisal gevaarlijk is. Gevaarlijk = challenge, bedreiging, schade of verlies. (2) Als je er bij de secondary appraisal geen bronnen voor hebt om ermee om te gaan. Stress is dus zeer subjectief.
    --> kan je koppelen aan Martha, Mohammed en Mary uit de voorbespreking.
  • Welke factoren leiden tot stressvolle beoordelingen (appraisals)?

    Twee factoren spelen hierbij een rol:
    1. Persoon: intellectuele, karakteristieken, zelfvertrouwen en motivatie. Bijv. Perfectionisme leidt tot veel meer stress dan iemand die heel veel zelfvertrouwen heeft. 
    2. Situatie: sterke eisen leiden tot meer stress. Denk aan levenstransities. 
  • Welke vier factoren dragen bij aan de lichamelijke activatie van stress?

    1. De hoeveelheid blootstelling
    2. De magnitude van reactiviteit: de ene persoon krijgt een veel hogere bloeddruk dan de ander.
    3. De mate van herstel: duurt bij de een langer dan bij de ander.
    4. Herstellen van de bronnen: gebeurt voornamelijk door slaap.
    --> dit heeft allemaal zijn weerslag op je gezondheid
  • Wat is de kritiek op de GAS?

    • Sommige stressors veroorzaken een sterkere emotionele reactie dan anderen. Een hormoon reageert niet zomaar op alle stimuli. Dus je reactie is ook niet altijd hetzelfde.
    • Effort en distress: je fysieke arousal hangt hiervan af. Effort = je interesse, vastberadenheid etc. Disstress = angst, onzekerheid, verveling.
    • Cognitieve processen spelen ook een rol.
  • Waar komt stress vandaan vanuit de persoon gezien?

    • Motieven en goals: Sociale interacties en relaties. Status en erbij willen horen.
    • Ziekte: Een ziekte is zowel fysiek of mentaal erg zwaar. Maar ook de leeftijd van de persoon is belangrijk. Dit is omdat het lichaam anders reageert op ziekten per leeftijd maar ook omdat de betekenis van een ziekte verandert met de leeftijd.
    • Conflict: een keuzeconflict. Hierbij heb je approach (iets wat je wilt) en avoidance (iets wat je niet wilt).
  • Waar komt stress vandaan vanuit de familie gezien?

    • Nieuw familie lid: baby geeft stress tijdens en na de zwangerschap. Elk kind heeft temperamenten. Veel huilen is hier een voorbeeld van. 
    • Huwelijksproblemen of scheiding: Als de problemen ernstig worden of vaak voor komen leidt dit tot stress. Zorgt vaak ook voor slaapproblemen.
    • ziekte, gehandicapt of overlijden
  • Waar komt stress vandaan vanuit de gemeenschap en samenleving gezien?

    • Werk: als de eisen van de taak te hoog zijn of als het gewoon een stressvolle baan is of juist te makkelijk. De evaluatie van de performance speelt ook een rol of als je verantwoordelijk bent voor iemand leven etc.
    • Omgeving: veel geluid, druk, waar je woont (rijk of arm), hygiene
  • Hoe kan je stress meten?

    Stress zorgt voor fysieke arousal.
    • Bloeddruk, hartslag, zweten --> Polygraaf.
    • Bloed, urine of speekselanalyses --> hormoonlevel testen dmv corticosteroids (cortisol) en catecholamines (adrenaline)
    Nadelen: deze matigingen draaien alleen om het fysieke en hoeven niet per se met stress te maken te hebben. Het is duur en procedure zelf is stressvol. --> Objectief, hierdoor betrouwbaarder maar wel in juiste context.
  • Wat is de functie van de amygdala bij conditionering?


    Amygdala verzameld info en dus ook de info van de fear conditionering. --> CS en US worden verbonden en er ontstaat een negatieve associatie --> bij stress kan de angst terugkomen omdat het in het geheugen van de cellen zit --> emotionele reactie

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart